Leerdoelen 7.2

Leerdoelen 7.2 Ademen
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken. 
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen 7.2 Ademen
Beantwoordt de vragen eerst voor jezelf zonder dat je naar de multiple choice antwoorden hebt gekeken. 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 7.2
• Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen en hun werking beschrijven
• Je kunt uitleggen waarom het beter is om door je neus te ademen dan door je mond.
• Je kunt beschrijven hoe je de lucht in je longen ververst.
• Je kunt uitleggen hoe zuurstof in je bloed komt en hoe je koolstofdioxide uit je bloed kwijtraakt.
• Je kunt de gevolgen van drie veelvoorkomende longziekte benoemen.
• Je kunt uitleggen wat de schadelijke gevolgen van roken zijn.

Slide 2 - Diapositive

Neusholte
Mondholte
Luchtpijp
Keelholte
Luchtpijptakje
Luchtpijptak
Longblaasje
Middenrif

Slide 3 - Question de remorquage

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje

Slide 4 - Question de remorquage

Wat zijn de bronchiën?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de functie van de slijmlaag in de neusholte, luchtpijp en bronchiën?
A
Het slijm verzacht de keel
B
Het slijm vangt stofdeeltjes en bacteriën op
C
Het slijm maakt het hoesten makkelijker

Slide 6 - Quiz

Wat is de functie van de trilhaarcellen in de luchtpijp en bronchiën?
A
Stevigheid
B
Het verplaatsen van stofdeeltjes en bacteriën
C
Verwarming van de lucht
D
Filteren

Slide 7 - Quiz

De route van de wandelvierdaagse gaat voornamelijk langs verharde wegen. Hier is de lucht minder schoon voor de wandelaars. De deelnemers kunnen allerlei kleine stofdeeltjes inademen. Wat zorgt er voor dat de lucht die we inademen zo schoon mogelijk in onze longen terecht komt?

Slide 8 - Question ouverte

Noem de 3 functies van de slijmvliezen in je luchtwegen.

Slide 9 - Question ouverte

Door roken raken de trilharen beschadigd en kunnen ze hun functie niet goed uitvoeren. Hierdoor hoopt zich slijm op in de luchtwegen. Dit remt de gaswisseling.

Wat is de functie van de trilharen in de luchtwegen?

Slide 10 - Question ouverte

Bepaalde uitlaatgassen tasten de slijmlaag van de luchtwegen aan. Het verwarmen van de lucht in de luchtwegen wordt hierdoor niet beïnvloed.
Noem twee functies van de slijmlaag van de luchtwegen die door de uitlaatgassen minder goed worden vervuld.

Slide 11 - Question ouverte

Waarom is het beter om via de neus in te ademen?
Noem 4 redenen.
Het maakt de lucht....

Slide 12 - Question ouverte

Wat wordt er uitgewisseld met gaswisseling in de longen?
A
Zuurstof en glucose
B
Zuurstof en koolstofdioxide
C
Koolstofdioxide en glucose
D
Energie en glucose

Slide 13 - Quiz

Gaswisseling is het wisselen van koolstofdioxide en zuurstof.
Waardoor gaat de gaswisseling in de longen snel?
A
Groot oppervlak van de longblaasjes
B
Dunne wand van de longblaasjes
C
Groot oppervlak van de longblaasjes en een dunne wand longblaasjes
D
Dunnen wand longblaasjes en snel in en uit ademen

Slide 14 - Quiz

Bij een inademing
A
tussenribspieren trekken samen, middenrif spant aan
B
tussenribspieren ontspannen, middenrif spant aan
C
tussenribspieren trekken samen, middenrif ontspant
D
tussenribspieren ontspannen, middenrif ontspant

Slide 15 - Quiz

Inademen
A
De ribben gaan omlaag
B
De ribben gaan omhoog

Slide 16 - Quiz

Hoe beweegt het middenrif bij een inademing?
A
Richting buik; wordt korter en platter
B
Richting buik; wordt langer en boller
C
Richting borst; wordt langer en platter
D
Richting borst; wordt korter en boller

Slide 17 - Quiz

Bij inademen ...
A
ontspant het midden rif zich
B
trekt het middenrif samen
C
doet het middenrif niks
D
zet het middenrif uit

Slide 18 - Quiz

Wat gebeurt er bij een inademing in het longblaasje?
A
Zuurstof gaat in het bloed CO2 gaat uit het bloed
B
Zuurstof gaat uit het bloed CO2 gaat in het bloed
C
Zuurstof en CO2 gaan beide in het bloed
D
Zuurstof en CO2 gaan beide uit het bloed

Slide 19 - Quiz

Een aantal stappen tijdens de inademing van een mens:
Zet de stappen in de juiste volgorde voor een inademing.
1
2
3
4
De borstholte wordt groter
De inhoud van de longen wordt groter
Lucht stroomt de longen in
De ribben bewegen omhoog en de borstkast gaat iets naar voren

Slide 20 - Question de remorquage

Q-koorts is een ziekte die door geiten, runderen en schapen op de mens overgedragen kan worden. Besmette mestdeeltjes kunnen over grote afstand door de lucht worden verspreid. Het inademen van zulke deeltjes is de belangrijkste manier van besmetting.
Bij het inademen passeren besmette mestdeeltjes de volgende delen van het ademhalingsstelsel: bronchiën – longblaasjes – luchtpijp

In welke volgorde worden deze delen gepasseerd bij het inademen?
1
2
3
Bronchiën
Longblaasjes
Luchtpijp

Slide 21 - Question de remorquage

Ademhaling
Inademen
uitademen
Tussenripspieren
Borstkas
Longen
Luchtdruk in longen
Trekken samen
ontspannen
Breder
Smaller
Kleiner
Groter
Kleiner
Groter

Slide 22 - Question de remorquage

 Sleep de onderdelen in de juiste volgorde bij een inademing van eerst naar laatst waar de lucht langs komt.
1
2
3
4
5
6

keelholte
luchtpijp
bronchie
longblaasje
luchtpijptakje
mondholte

Slide 23 - Question de remorquage

Longblaasje
longen
Bronchiën

longtakje
Luchtpijp n

Slide 24 - Question de remorquage

Sleep de woorden aan de rechterkant naar de juiste plek bij het longblaasje
Longblaasje
Zuurstof
Rode bloedcel
Zuurstofarm bloed
Zuurstofrijk bloed
Lucht
Koolstofdioxide

Slide 25 - Question de remorquage

Versnelt gaswisseling
Vertraagt gaswisseling
Groot oppervlak longblaasjes
Langzame ademhaling
Slijmlaag in longblaasjes
Ontstoken luchtpijptakjes
Dunne wand longblaasje
Bloedvaatjes dicht tegen longblaasje

Slide 26 - Question de remorquage

Wat is Astma?

Slide 27 - Question ouverte

Wat gebeurt er als iemand een astma-aanval krijgt?
A
de spiertjes van de luchtwegen trekken samen
B
de spiertjes van de luchtwegen ontspannen
C
de luchtpijp raakt verstopt
D
De longblaasjes raken verstopt

Slide 28 - Quiz


Veel Nederlanders hebben last van astma. Astma is een aandoening waarbij de patiënten het vaker benauwd hebben dan gezonde mensen. 
Waarom heeft een astmapatiënt eerder last van stof en rokerige ruimtes dan iemand zonder astma? Leg je antwoord uit. 

Slide 29 - Question ouverte

Bij een astma-aanval zijn de luchtwegen vernauwd. Daardoor kan een astmapatiënt moeilijker ademhalen.

Welk deel zorgt ervoor dat de luchtpijp bij een astma-aanval niet dichtklapt?
A
Kraakbeenringen
B
Slokdarm
C
Strottenhoofd

Slide 30 - Quiz

Smog is een ernstige vorm voor van luchtvervuiling.
Patiënten met astma hebben veel last van smog.
Bepaalde stoffen in smog tasten de slijmlaag van de luchtwegen aan.
Noem twee taken van de slijmlaag van de luchtwegen

Slide 31 - Question ouverte

Wordt astma veroorzaakt door roken?
En COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 32 - Quiz

Wat gebeurd er bij astma?
A
Bloedvaatjes worden nauwer
B
Spiertjes in de luchtwegen trekken samen
C
Longblaasjes raken verstopt
D
Spiertjes in de bloedvaatjes worden nauwer

Slide 33 - Quiz

Wat is chronische Bronchitis?

Slide 34 - Question ouverte

Bronchitis is 'n ziekte v/h slijmvlies dat de binnenkant van de luchtwegen bedekt. Er wordt dan veel slijm gemaakt. Iemand met bronchitis raakt dit slijm moeilijk kwijt. Welk gevolg heeft te veel slijm in de luchtwegen?
A
Iemand kan dan beter zuurstof opnemen.
B
Iemand kan dan slechter zuurstof opnemen.
C
Dit heeft geen invloed op de zuurstofopname.
D
Dit heeft alleen invloed op de CO2 opname.

Slide 35 - Quiz

Roken kan verschillende ziekten aan de luchtwegen veroorzaken, zoals COPD. Leg uit welke twee vormen van COPD er zijn en wat er bij beide ziektes aan de hand is. (R, 2p)

Slide 36 - Question ouverte

Astma en chronische bronchitis hebben dezelfde klachten. Wat is dan het verschil tussen de ziektes?

Slide 37 - Question ouverte

Longemfyseem is
A
Beschadiging van de longblaasjes
B
Beschadiging van de haarvaten in de longen
C
Beschadiging van de bronchiën
D
Hetzelfde als COPD

Slide 38 - Quiz

Een patiënt met longemfyseem heeft geen vernauwingen of verstoppingen in de luchtwegen, maar toch voelt hij zich benauwd. Hoe komt dat? leg je antwoord uit.

Slide 39 - Question ouverte

Terwijl Demi een slokje cola neemt, maakt Floyd een grapje. Demi kan haar lachen niet inhouden... Het resultaat? De cola komt uit haar neus. Leg uit hoe dit kan gebeuren!

Slide 40 - Question ouverte

Heb je de leerdoelen behaald?
Heb je veel vragen fout? Dan maak je de opdrachten die bij de leerdoelenkaart zit. 

Slide 41 - Diapositive