H 16 Eigen vermogen (havo) paragraaf 4

Havo H17 Eigen vermogen





17.3 Reserves
17.4 Intrinsieke waarde

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Havo H17 Eigen vermogen





17.3 Reserves
17.4 Intrinsieke waarde

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Terugblik paragraaf 16.3: Je kunt uitleggen welke 3 reserves je op de balans van een BV/ NV kunt vinden en hoe deze zijn ontstaan. 
  • Paragraaf 16.4: Je kunt de intrinsieke waarde van een onderneming en per aandeel berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Terugblik 17.1 t/m 17.3

Slide 3 - Diapositive

Even opfrissen: Uit welke balansposten bestaat het Eigen Vermogen van een BV/NV?
A
Geplaatst aandelenkapitaal, Reserves, Vaste activa
B
Reserves, Vlottende activa en nettowinst
C
Maatschappelijk aandelenkapitaal, Reserves, Nettowinst
D
Geplaatst aandelenkapitaal, Reserves, Nettowinst

Slide 4 - Quiz

welke 3 soorten reserves ken je?

Slide 5 - Carte mentale

Hoe heet het uitgeven van aandelen door een bedrijf?
A
Koersen
B
Emitteren
C
Garanderen
D
Dividend

Slide 6 - Quiz

Wat is de agioreserve?
A
De agioreserve is een reserve die ontstaat bij een emissie van aandelen beneden pari.
B
De agioreserve is een reserve die ontstaat bij een emissie van aandelen a pari.
C
De agioreserve is een reserve die ontstaat bij een emissie van aandelen boven pari.

Slide 7 - Quiz

NV Bora heeft een maatschappelijk aandelenvermogen van € 2.000.000 verdeeld in 400.000 aandelen. 60% van de aandelen is geplaatst tegen een koers van 6,-.
De agioreserve bedraagt
A
€ 1,-
B
€ 1.440.000,-
C
€ 5,-
D
€ 240.000

Slide 8 - Quiz

De algemene reserve is hetzelfde als de...
A
herwaarderingsreserve
B
winstreserve
C
agioreserve
D
dividendreserve

Slide 9 - Quiz

De vaste activa van een onderneming stijgt in waarde. Hierdoor ontstaat er een:
A
Winstreserve
B
Agioreserve
C
Herwaarderingsreserve

Slide 10 - Quiz

Een NV plaatst €1.000.000 nominaal tegen een koers van €14 per aandeel van €10 nominaal. Hoeveel neemt de agioreserve toe?
A
€100.000
B
€400.000
C
€4.000
D
€1.400.000

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je de waarde waarvoor je een al bestaand aandeel kan kopen?
A
Nominale waarde
B
Nummerieke waarde
C
Koerswaarde
D
Emissiekoerswaarde

Slide 12 - Quiz

Een nv wil €2 miljoen euro binnen krijgen door een aandelen emissie. De nominale waarde van een aandeel is €30,- en de agio is €20,-. Hoeveel aandelen moet de nv verkopen?
A
66.667
B
200.000
C
40.000
D
100.000

Slide 13 - Quiz

Herwaarderingsreserve
Hoe verwerken we de waardestijging op de balans? 

Slide 14 - Diapositive

Herwaarderingsreserve
Hoe verwerken we de waardestijging op de balans? 
gebouw + € 60.000
herwaarderingsres. + € 60.000

Slide 15 - Diapositive

Paragraaf 16.4
Intrinsieke waarde = eigen vermogen

dus intrinsieke waarde per aandeel is ...

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld
  1. Bereken het eigen vermogen 
  2. Bereken het aantal geplaatste aandelen 
  3. Bereken de intrinsieke waarde per aandeel 

Slide 17 - Diapositive

Uitwerking 
  1. Bereken het eigen vermogen  = 2.500.000+800.000 = 3.300.000
  2. Bereken het aantal geplaatste aandelen = 2.500.000/10 =250.000
  3. Bereken de intrinsieke waarde per aandeel= 3.300.000/250.000 = € 13,20

Slide 18 - Diapositive

Oefenen
Maak zelfstandig opgaven 16.13, 16.15 t/m 16.17 uit je werkboek

Slide 19 - Diapositive