Rijtjes van A's en B's met voorbeelden

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4.2 Theorie C

Je weet goed te herkennen wanneer je combinaties of permutaties moet gebruiken

Een vereniging kiest een voorzitter, een secretaris en een penningmeester

1. permutatie
2. combinatie

Van 100 leraren van een school komen er vijf naar het schoolfeest

1. permutatie
2. combinatie

In de klas worden er 5 kaartjes verloot voor de Efteling

1. permutatie
2. combinatie

Je stelt uit de top 40 je eigen top 3 samen.

1. permutatie
2. combinatie

Sabine heeft 14 leesboeken liggen. Ze leent er 3 uit aan Kim.

Hoeveel drietallen zijn er mogelijk?

Aan een schaatswedstrijd doen 10 spelers mee. Op hoeveel manieren kunnen de gouden, zilveren en bronzen medailles worden verdeeld?

Als er in een telprobleem EN staat dan gebruik je de .........

1. vermenigvuldigingsregel
2. somregel

In een vaas zitten tien rode, vijf witte en drie groene knikkers.
Charles pakt 4 knikkers uit de vaas.
Hoeveel mogelijkheden zijn er om 2 rode en 2 groene knikkers te pakken?

In een vaas zitten tien rode, vijf witte en drie groene knikkers.

Charles pakt 4 knikkers uit de vaas.

Hoeveel mogelijkheden zijn er om 2 rode en 2 groene knikkers te pakken?

In een vaas zitten tien rode, vijf witte en drie groene knikkers.
Charles pakt 4 knikkers uit de vaas.
Hoeveel mogelijkheden zijn er om meer dan 2 rode knikkers te pakken?

In een vaas zitten tien rode, vijf witte en drie groene knikkers.

Charles pakt 4 knikkers uit de vaas.

Hoeveel mogelijkheden zijn er om meer dan 2 rode knikkers te pakken?

Huiswerk 

Opgaven 34, 35, (36), 37