5.2 - #1

Economie - dinsdag 4 februari 2020
http://www.lessonup.app
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Economie - dinsdag 4 februari 2020
http://www.lessonup.app

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  1. Je weet wat afzet is;
  2. Je weet wat omzet is;
  3. Je weet hoe je de brutowinst berekent.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog?

Slide 3 - Carte mentale

Afzet
"Het aantal verkochte producten in een bepaalde tijd noem je afzet."
Een ijskraam heeft vandaag 50 ijsjes verkocht. Zijn afzet vandaag is 50 ijsjes.

Slide 4 - Diapositive

Een ijskraam verkoopt gemiddeld 40 ijsjes per dag en is 5 dagen per week open.

Bereken de wekelijkse afzet.

Slide 5 - Question ouverte

Een ijskraam verkoopt gemiddeld 350 ijsjes per week.

Bereken de jaarlijkse afzet.

Slide 6 - Question ouverte

Omzet
"Omzet is het totaalbedrag dat je me de verkopen ontvangt."
Een ijskraam heeft vandaag 25 ijsjes verkocht. De verkoopprijs van elk ijsje bedraagt € 2.

De ijskraam heeft vandaag 25 x € 2 = € 50 verdiend.
Omzet = afzet x prijs

Slide 7 - Diapositive

Een ijskraam verkoopt vandaag 60 ijsjes voor € 1,50 per stuk.

Bereken de omzet die de ijskraam vandaag heeft behaald.

Slide 8 - Question ouverte

Afzet
125
275
1.358
6.495
Verkoopprijs
€ 1,25
€ 4,75
€ 7,95
€ 25,15
Omzet

€ 156,25
€ 154,25
€ 152,25
€ 163.349,25
€ 153.349,25
€ 148.319,25
€ 10.796,10
€ 9.586,10
€ 7.111,10
€ 1.306,25
€ 900,12
€ 845,66
€ 1.200,61

Slide 9 - Question de remorquage

Inkoopwaarde
"Het totaalbedrag dat een bedrijf uitgeeft aan de inkoop van producten is de inkoopwaarde."
Een ijskraam heeft vandaag 25 ijsjes verkocht. De inkoopprijs van elk ijsje bedraagt € 0,75.

De inkoopwaarde van de ijsjes bedraagt 25 x € 0,75 = € 50 verdiend.
Inkoopwaarde = afzet x inkoopprijs

Slide 10 - Diapositive

Brutowinst
"De brutowinst is het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde."
Een ijskraam heeft vandaag een omzet gehaald van € 1.000. De inkoopwaarde bedraagt € 450.

De brutowinst is € 1.000 - € 450 = € 550.
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde

Slide 11 - Diapositive

Een fietsenwinkel verkoopt 210 fietstassen per jaar. De verkoopprijs van één fietstas is € 19,85. De inkoopprijs van één fietstas is € 14,25.

Bereken de omzet van de fietstassen per jaar.

Slide 12 - Question ouverte

Een fietsenwinkel verkoopt 210 fietstassen per jaar. De verkoopprijs van één fietstas is € 19,85. De inkoopprijs van één fietstas is € 14,25.

Bereken de totale inkoopwaarde van de fietstassen per jaar.

Slide 13 - Question ouverte

Een fietsenwinkel verkoopt 210 fietstassen per jaar. De verkoopprijs van één fietstas is € 19,85. De inkoopprijs van één fietstas is € 14,25. De omzet bedraagt € 4.168,50 en de inkoopwaarde € 2.992,50.

Bereken de totale brutowinst van de fietstassen per jaar.

Slide 14 - Question ouverte

Zelfstandig maken:
Opdracht 1, 5, 6 en 7 van bladzijde 134 en 135 (tevens huiswerk).

Slide 15 - Diapositive