6.1 Globalisering en 6.2 Migratie

6.1 Globalisering en 6.2 Migratie
Maatschappijleer
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

6.1 Globalisering en 6.2 Migratie
Maatschappijleer

Slide 1 - Diapositive

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Door globalisering is er meer contact, maar ook meer ruzie. Er zijn meer oorlogen.
2. Door globalisering moeten landen meer samenwerken om problemen op te lossen.

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 2 - Quiz

Nationaal belang wordt steeds relevanter", stelt ...
"Meer protectionisme, minder globalisering en minder EU.''
A
PvdA
B
SP
C
PVV
D
VVD

Slide 3 - Quiz

Door globalisering is er een wereldburgerschap ontstaan.
Wat is wereldburgerschap?

A
Interesse hebben in andermans cultuur en daarvoor reizen naar andere landen
B
Nieuwsgierigheid naar andere landen en betrokkenheid met de mensen daar
C
Nieuwsgierig zijn naar ander landen en je interesse hebben naar de cultuur en mensen daar

Slide 4 - Quiz

Door globalisering is de Nederlandse arbeidsmarkt veranderd. Welke groep ervaart hier vooral nadelen van?
A
Hoogopgeleiden. Zij moeten voor een baan uitwijken naar het buitenland.
B
Laagopgeleiden. Veel laaggeschoold werk is naar het buitenland verplaatst.
C
Middeninkomens en zelfstandigen. Zij moeten concurreren met hoogopgeleide immigranten.

Slide 5 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Wereldburgerschap heeft te maken met interesse in mensen in andere landen.
2. Door globalisering lijkt wat ver weg is toch dichtbij.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 6 - Quiz

Een nadeel van globalisering is dat er meer te koop en dat is ook te betalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de voor- en nadelen van globalisering?
A
Voordeel: behoud van culturele diversiteit en meer identiteit. Nadeel: afnemende culturele uitwisseling en meer isolatie.
B
Voordeel: vermindering van economische groei en minder welvaart. Nadeel: afnemende ongelijkheid tussen landen en binnen landen.
C
Voordeel: grotere economische groei en meer welvaart. Nadeel: toenemende ongelijkheid tussen landen en binnen landen.
D
Voordeel: grotere politieke stabiliteit en meer democratie. Nadeel: afnemende internationale samenwerking en meer conflict.

Slide 8 - Quiz

De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen.
Hier is vooral sprake van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering

Slide 9 - Quiz

Welke kolonie was niet van Nederland?
A
Suriname
B
Aruba
C
Bonaire
D
Marokko

Slide 10 - Quiz

Een vluchteling is hetzelfde als een asielzoeker.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

''Nederland moet meer vluchtelingen opnemen''
A
Rechts
B
Links

Slide 12 - Quiz

Een asielzoeker met een verblijfsvergunning woont hier al vijf jaar. Hij laat zijn vrouw en twee kinderen uit Sudan naar Nederland overkomen.
A
Gezinshereniging
B
Gezinsvorming

Slide 13 - Quiz

Welk woord is weggelaten?
De mensen die in de jaren 60 voor werk naar Nederland kwamen, werden toen …................... genoemd.

Slide 14 - Question ouverte

I. De meest illegalen komen naar Nederland als arbeidsmigranten.
II. Kennismigranten uit landen buiten de EU mogen Nederland in als zij een beroep hebben waaraan in Nederland behoefte is.

A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist

Slide 15 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Mensen uit EU-landen mogen alleen met een verblijfsvergunning in Nederland werken.
2. Iedereen die in ons land komt werken, wordt opgevangen in een asielzoekerscentrum.

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide onjuist
D
1 en 2 zijn beide juist

Slide 16 - Quiz

Naduah is 7 jaar geleden naar Nederland gevlucht en heeft een verblijfsvergunning gekregen. Vorig jaar leerde ze op vakantie in Duitsland een jongen kennen. Binnenkort trouwen ze en gaan ze samenwonen in Nederland.
Waarvan spreken we nu?
A
Gezinshereniging
B
Gezinsvorming

Slide 17 - Quiz