B5 gezonde voeding

B5 gezonde voeding
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

B5 gezonde voeding

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

herhaling: je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om goed te werken. Noem deze 4 taken

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

herhaling: welke 6 voedingsstoffen zijn er?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

herhaling: welke voedingsstoffen zijn bouwstoffen?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

herhaling: Functie van emulgeren
A
bacteriën doden
B
vetdruppels kleiner maken
C
verteren van voedingsstoffen
D
voedingsstoffen opnemen in het bloed

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

leerdoelen:
- Je kunt met de schijf van vijf adviezen voor een gezonde voeding geven. 
- Je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzen daaraan kunnen bijdragen.
- Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

schijf van vijf
De schijf van vijf geeft advies over gezonde voeding:
De schijf van 5 heeft 5 vakken
- groen: vooral vitamines
- geel: vooral vetten
- roze: vooral eiwitten
oranje: vooral koolhydraten
blauw: vooral water 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

adviezen voor gezonde voeding
1. Eet veel groente en fruit. (groene vak).
2. Gebruik zachte en vloeibare vetten (geel)
3. Eet meer plantaardig en minder vlees (roze)
4. Eet vooral volkoren (oranje)
5. Drink dranken zonder suiker (blauw)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schijf van vijf

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is gedroogd fruit gezond of ongezond?
A
Gezond
B
Ongezond

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is een broodje gezond gezond of ongezond?
A
Gezond
B
Ongezond

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is cruesli gezond of ongezond?
A
Gezond
B
Ongezond

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is dit vruchtensap gezond of ongezond?
A
Gezond
B
Ongezond

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn champignons gezond of ongezond?
A
Gezond
B
Ongezond

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Is deze boter gezond of ongezond?
A
Gezond
B
Ongezond

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is pasta gezond?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is Parmezaanse kaas gezond?
A
Gezond
B
Ongezond

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie
Bijna alle voedingsmiddelen bevatten energie.

Een                               bevat meer energie dan een 

De hoeveelheid energie wordt aangegeven in de kCal 
1 kcal = 4 kj (kilojoule)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveelheid energie
Hoeveel energie je per dag nodig hebt, verschilt van persoon tot persoon.
- of je een man of een vrouw bent.
- of je in de groei bent.
- lichaamsgrootte
- hoeveel je beweegt. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveelheid energie 
Inspanning kost
natuurlijk energie.

Meer inspanning, 
meer calorieën.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewicht 
Wat je eet heeft invloed op je gewicht. Je gewicht blijft gelijk als je evenveel energie verbruikt als je opneemt. 
Gewicht heeft ook te maken met erfelijke eigenschappen.
- De een heeft een zwaardere bouw dan de ander.
- De stofwisseling kan verschillen,
- De dikte van je onderhuidse vetlaag verschilt van mens tot mens. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

overgewicht en obesitas 
Bij obesitas heb je ernstig overgewicht. Er is dan teveel vet opgeslagen in je lichaam. 
Hierdoor kunnen allerlei ziektes en ongemakken ontstaan. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ondergewicht
Een te laag lichaamsgewicht noem je ondergewicht. Dit is ook niet gezond. Er kunnen tekorten aan voedingsstoffen ontstaan Je wordt dan sneller ziek, meer kans op botbreuken.
Ondervoeding is als iemand te weinig of te weinig voedingsstoffen binnen krijgt. Dit kan zijn dat er te weinig voedsel binnen komt of omdat er te kort is aan voedingsstoffen (je eet alleen patat en pizza)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ondervoeding komt voor bij?
A
mensen met ondergewicht
B
mensen met een normaal gewicht
C
mensen met overgewicht
D
alle bovenstaande

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ondervoeding?
A
Er is niet genoeg voedsel beschikbaar
B
Er is te veel voedsel beschikbaar in de regio
C
In het beschikbare voedsel zitten niet genoeg voedingsstoffen
D
Op grote schaal heerst voedselschaarste

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord hoort bij deze omschrijving?

Een psychische eetstoornis. De stoornis gaat vaak gepaard met hevige eetbuien
A
obestitas
B
anorexia
C
boulimia
D
diabetes

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze kat heeft overgewicht.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat overgewicht?
A
Door een laag energieverbruik
B
Door een te hoog energieverbruik
C
Door een goede energiebalans
D
Door een verstoorde energiebalans

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afvallen en aankomen
Als je overgewicht of ondergewicht hebt, kun je proberen je gewicht naar een gezonde waarde te brengen. 

Heb je overgewicht?
-> dan ben je te zwaar.

Slide 31 - Diapositive

Sommige mensen met overgewicht proberen af te vallen door minder
te eten dan de aanbevolen hoeveelheden of ze slaan een maaltijd over. Dat is niet zo’n
goede manier. Hierdoor kun je juist eetbuien krijgen. En als je wilt aankomen, kun je
beter niet veel te veel of ongezond voedsel gaan eten. In tabel 3 staan gezonde manieren
om aan je gewicht te werken.
Eetstoornissen
Eetstoornissen
  • Anorexia nervosa
  • Boulimia nervosa
  • Eetbuistoornis (binge eating disorder)

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De oorzaak van een eetstoornis is vaak psychisch.
Een eetstoornis kun je niet in je eentje oplossen, omdat het over meer gaat dan alleen eten. Hoe langer iemand lijdt aan een eetstoornis, hoe moeilijker deze te behandelen is. Het is daarom belangrijk dat iemand met een eetstoornis zo snel mogelijk hulp zoekt / krijgt. (zie link)

Slide 33 - Diapositive

Enkele oorzaken van eetstoornissen zijn:
• beïnvloed worden door je cultuur of de media
• nare gebeurtenissen in je leven
• een gevoel van controle willen hebben
• faalangst of perfectionisme
• ontevreden zijn over jezelf of je uiterlijk

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eetstoornissen
  • Mensen met anorexia nervosa eten te weinig, omdat ze denken dat ze te dik zijn.

  • Mensen met boulimia nervosa hebben last van vreetbuien en zorgen dat hun lichaam het eten weer kwijtraakt.

Eetstoornissen hebben ernstige gevolgen voor je gezondheid!

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anorexia nervosa
Heeft honger, maar eet heel weinig

Kenmerken:
Angst om dik te worden 
Negatief zelfbeeld
Perfectionist

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feiten Anorexia Nervosa
  • Van alle psychische stoornissen is anorexia de dodelijkste.
  • 6-10% overleeft anorexia niet.
  • 5.600 patienten in Nederland.
  • 95% van de patienten is meisje.
  • Elk jaar komen daar 1.300 meisjes bij.
  • 45% herstelt volledig, 30% gedeeltelijk, 25% niet.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Boulimia nervosa
Periode van eetaanvallen

Kenmerken:
Braken
Gebruik van laxeermiddelen
Menstruatiestoornissen

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Binge eating disorder (BED)
Eetbuistoornis

  • De patient braakt niet
  • Gebruikt geen laxeermiddelen.
  • Vaak overgewicht.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Anorexia

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

exit ticket: Wat levert het groene vak in de schijf van vijf?

Slide 47 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke factoren hebben invloed op je energiebehoefte?

Slide 48 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions