6.1 De verwantschap tussen soorten

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 6.1 Verwantschap tussen soorten
Voorkennisvragen:
1. Wat zijn de verschillende organisatieniveaus in de biologie? Begin bij molecuul en eindig bij biosfeer.
2. Hebben mensen dezelfde genen? 
3. Hoeveel procent van onze genen zijn hetzelfde als de genen van een chimpansee?
Wanneer behoren dieren en planten tot dezelfde soort?
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 6.1 Verwantschap tussen soorten
Voorkennisvragen:
1. Wat zijn de verschillende organisatieniveaus in de biologie? Begin bij molecuul en eindig bij biosfeer.
2. Hebben mensen dezelfde genen? 
3. Hoeveel procent van onze genen zijn hetzelfde als de genen van een chimpansee?
Wanneer behoren dieren en planten tot dezelfde soort?

Slide 1 - Diapositive

Organisatieniveaus
Van groot naar klein:
systeem aarde / biosfeer
ecosysteem
levensgemeenschap
populatie / soort
organisme --> orgaanstelsel --> orgaan --> weefsel --> cel-->
organel --> molecuul

Slide 2 - Diapositive

6.1 Soorten en populaties
Leerdoelen:
  • Je kunt de criteria noemen waarop de indeling van soorten berust.
  • Je legt uit wat een hybride is, hoe deze ontstaat, en wat dit zegt over de verwantschap van de ouderdieren. 
  • Je kunt de mate van verwantschap afleiden uit de wetenschappelijke soortnaam.
  • Je legt uit waarom de Tree of Life is opgedeeld in drie domeinen.
  • Je gebruikt de taxonomische indeling bij het bepalen van de verwantschap tussen soorten.

Slide 3 - Diapositive

Wat is een soort?

Organismen behoren tot dezelfde soort als ze:

1. overeenkomst hebben in uiterlijke kenmerken

2. samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.


Tegenwoordig ook DNA-onderzoek om vast te stellen of twee organismen tot dezelfde soort behoren. 


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Hybriden
Organismen kunnen wel voortplanten, maar de nakomelingen zijn (vaak) onvruchtbaar!

Hiernaast zie je een Lijger en een Zonkey.

Slide 6 - Diapositive

Hybriden
muilezel (♂ ezel ♀ paard), muildier (♂ paard ♀ ezel)

Slide 7 - Diapositive

Hybriden
Mineola (mandarijn en grapefruit)


Slide 8 - Diapositive

Hybriden
Killer bee (Europese and Afrikaanse bij), 
wél vruchtbaar

Slide 9 - Diapositive

Wetenschappelijke naamgeving
Nederlandse naam: vlaamse gaai
Wetenschappelijke naam: Garrulus glandarius L.


Garrulus = geslachtsnaam (met hoofdletter)
glandarius = soortnaam
L. = ontdekker, Linnaeus

Slide 10 - Diapositive

Carl Linnaeus (1707- 1778)
Heeft zijn leven gewijd aan het systematisch indelen van dieren en planten.
taxonomie

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wetenschappelijke naamgeving (voorbeelden)
Soortnaam bestaat uit: 
Geslachtsnaam + soortnaam


Slide 13 - Diapositive

Ordening
Alle organismen op aarde zijn ondergebracht in een systeem:
ordening. Deze ordening geeft verwantschap weer (zie H7).

De Tree of Life is opgedeeld in drie domeinen: bacterien, archaea, eurkaryoten 

Slide 14 - Diapositive

Indeling in domeinen
kenmerk
archaea
bacteriën
eukaryoten
celmembraan
enkele laag fosfolipiden
dubbele laag fosfolipiden
dubbele laag fosfolipiden
kern
geen
geen
celkern
DNA
cirkelvormig
cirkelvormig
chromosomen
Ook heeft elk domein een ander type ribosomaal RNA (rRNA)

Slide 15 - Diapositive

Taxonomische indeling (RAKOFGS)
Links de meest grote groep

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Wie hoort bij wie?

Slide 18 - Diapositive

Wie hoort bij wie?

Slide 19 - Diapositive

Maak een stamboom

Slide 20 - Diapositive

6.1 Soorten en populaties
Leerdoelen:
  • Je noemt de criteria waarop de indeling van soorten berust.
  • Je legt uit wat een hybride is, hoe deze ontstaat, en wat dit zegt over de verwantschap van de ouderdieren.
  • Je kunt de mate van verwantschap afleiden uit een wetenschappelijke soortnaam.
  • Je legt uit waarom de Tree of Life is opgedeeld in drie domeinen.
  • Je gebruikt de taxonomische indeling bij het bepalen van de verwantschap tussen soorten.

Slide 21 - Diapositive

Volgens de indeling van Linnaeus is de slak
Trivia monacha het meest verwant met....
A
Cleotrivia antillarum
B
Lymantria monacha
C
Monacha cantiana
D
Trivia arctiva

Slide 22 - Quiz

Hieronder staan vier hominiden (mensachtigen):
1 Australopithecus africanus;
2 Homo erectus;
3 Homo sapiens neandertalensis;
4 Homo sapiens sapiens.
--> Hoeveel verschillende soorten worden genoemd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz

BINAS 78: Linnaeus kende alleen het dieren- en plantenrijk. Hij deelde de schimmels bij de planten in. Welke eigenschap onderscheidt het plantenrijk van het schimmelrijk?
A
Planten hebben grotere cellen dan schimmels
B
Plantencellen hebben een celkern, schimmelcellen niet
C
Planten maken hun eigen organische stoffen uit anorganische stoffen, schimmels niet
D
Plantencellen hebben een celwand, schimmelcellen meestal niet

Slide 24 - Quiz

Verwerking
Lees par 6.1
Maak opdr 2, 3, 4, 7, 8, 12

Slide 25 - Diapositive

Hoe tevreden ben je met de uitleg van par 6.1?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Kun je toelichten waarom je wel of niet tevreden bent?

Slide 27 - Question ouverte

Hoe ziet jouw ideale biologieles eruit?

Slide 28 - Question ouverte