verplichte les PO zouten herkansing

Voorbereiding op PO zouten
De laatste stap naar een 10!
Heb je de ionen nog niet geleerd? Doe dat dan eerst en maak dan pas deze "test" 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding op PO zouten
De laatste stap naar een 10!
Heb je de ionen nog niet geleerd? Doe dat dan eerst en maak dan pas deze "test" 

Slide 1 - Diapositive

Welke stoffen zijn zouten ? 
sleep deze formules naar de afbeelding van zoutwinning.

NaCl
HCl
H2S
P2O5
CaO
CO2
Fe2O3
SO3
BaF2
ZnS
SnCl2
K2O

Slide 2 - Question de remorquage

Sleep de goed oplosbaar zouten naar de linkerkant en de slecht oplosbare zouten naar de rechterkant. Als het niet bij "goed" of "slecht" oplosbare zouten hoort, dan laat je het staan. Maak e.v.t. gebruik van Binas.
goed                                                                             slecht
natriumhydroxide
ammoniak
K2SO3
ijzer(II)chloride
natrium
chloor
HNO3
CaCO3
nitraat
H2O2
PbS
CH3COOH

Slide 3 - Question de remorquage

sleep de juiste zoutnaam achter de verhoudingsformule. 
Na2SO3
Cu3(PO4)2
Fe2(CO3)3
timer
2:00
natriumsulfaat
natriumsulfiet
koper(II)fosfaat
koper(IV)fosfaat
ijzer(II)carbonaat
ijzer(III)carbonaat

Slide 4 - Question de remorquage


Een mangaanion en nitraation vormen samen een zout.  Geef de zoutformule
timer
1:00

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de zoutformule voor bariumfosfaat
A
BaSO4
B
Ba(PO4)2
C
3Ba2PO4
D
Ba3(PO4)2

Slide 6 - Quiz

Wat is de formule voor lood(IV)sulfide?
A
PbS
B
Pb2S
C
PbS2
D
Pb4S2

Slide 7 - Quiz

Geef de oplosvergelijking voor
KNO3
timer
1:30

Slide 8 - Question ouverte

Geef de oplosvergelijking voor
Na2SO4
timer
1:30

Slide 9 - Question ouverte


Om Ca2+-ionen uit een oplossing te halen kun je een oplossing toevoegen van het volgende zout:
A
natriumchloride
B
koperbromide
C
kaliumsulfiet
D
loodnitraat

Slide 10 - Quiz

Aan een opl. van bariumnitraat voeg je een opl. van natriumjodide toe.
Ontstaat er een neerslag?

A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Welke neerslag ontstaat er wanneer je een oplossing van Ammoniumfluoride en Calciumjodide bij elkaar voegt?
A
Ammoniumjodide
B
Calciumfluoride
C
Ammoniumfluoride
D
Calciumjodide

Slide 12 - Quiz

Geef de juiste formule voor cadmium(II)permanganaat

Slide 13 - Question ouverte

Om een neerslag van zinkhydroxide te maken kan ik de volgende zout-oplossingen mengen
A
koperhydroxide en zinknitraat
B
natriumhydroxide en zinknitraat
C
bariumhydroxide en zinksulfaat
D
natriumhydroxide en zinkcarbonaat

Slide 14 - Quiz

Om een neerslag van aluminiumhydroxide te maken kan ik de volgende zout oplossingen mengen
A
koperhydroxide en aluminiumnitraat
B
natriumhydroxide en aluminiumnitraat
C
calciumhydroxide en aluminiumnitraat
D
zilverhydroxide en aluminium

Slide 15 - Quiz

laatste opgave
Er volgen nu een aantal open opdrachten waar je het volgende stukje tekst bij nodig hebt.
We hebben twee stoffen namelijk calciumjodide en ammoniumsulfaat. We weten alleen niet in welke reageerbuis ze zitten. 
Als ik aan beide reageerbuizen een oplossing van zinkchloride toevoeg zie ik een neerslag in buis 2. 

Slide 16 - Diapositive

Geef de oplosvergelijking voor amoniumsulfaat

Slide 17 - Question ouverte

Geef de oplosvergelijking voor calciumjodide

Slide 18 - Question ouverte

In welke buis zit ammoniumsulfaat?
A
buis 1
B
buis 2
C
geen idee te weinig info

Slide 19 - Quiz

Geef de neerslag vergelijking tussen buis 2 en een oplossing van zinkchloride

Slide 20 - Question ouverte

Wat kun je aan buis 1 toevoegen om zeker te weten dat het antwoord op de vorige vraag goed is?

Slide 21 - Question ouverte

Einde...
Succes met de herkansing.!!

Slide 22 - Diapositive