module1:zouten check

oefenen met zouten 
formules, oplossen, indampen, neerslag
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

oefenen met zouten 
formules, oplossen, indampen, neerslag

Slide 1 - Diapositive

Welke stoffen zijn zouten ? 
sleep deze formules naar de afbeelding van zoutwinning.

NaCl
HCl
H2S
P2O5
CaO
CO2
Fe2O3
SO3
BaF2
ZnS
SnCl2
K2O

Slide 2 - Question de remorquage

Sleep de goed oplosbaar zouten naar de linkerkant en de slecht oplosbare zouten naar de rechterkant. Als het niet bij "goed" of "slecht" oplosbare zouten hoort, dan laat je het staan. Maak e.v.t. gebruik van Binas.
goed                                                                             slecht
natriumhydroxide
ammoniak
K2SO3
ijzer(II)chloride
natrium
chloor
HNO3
CaCO3
nitraat
H2O2
PbS
CH3COOH

Slide 3 - Question de remorquage

sleep de juiste zoutnaam achter de verhoudingsformule. 
Na2SO3
Cu3(PO4)2
Fe2(CO3)3
timer
2:00
natriumsulfaat
natriumsulfiet
koper(II)fosfaat
koper(IV)fosfaat
ijzer(II)carbonaat
ijzer(III)carbonaat

Slide 4 - Question de remorquage


De volgende ionen vormen samen een zout.    Mn2+ en NO3- Geef de zoutformule
timer
1:00

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de zoutformule voor bariumfosfaat
A
BaSO4
B
Ba(PO4)2
C
3Ba2PO4
D
Ba3(PO4)2

Slide 6 - Quiz

Wat is de formule voor lood(IV)sulfide?
A
PbS
B
Pb2S
C
PbS2
D
Pb4S2

Slide 7 - Quiz

Geef de oplosvergelijking voor
KNO3
timer
1:30

Slide 8 - Question ouverte

Geef de oplosvergelijking voor
Na2SO4
timer
1:30

Slide 9 - Question ouverte


Om Ca2+-ionen uit een oplossing te halen kun je een oplossing toevoegen van het volgende zout:
A
natriumchloride
B
koperbromide
C
kaliumsulfiet
D
loodnitraat

Slide 10 - Quiz

Aan een opl. van bariumnitraat voeg je een opl. van natriumjodide toe.
Ontstaat er een neerslag?

A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Welke neerslag ontstaat er wanneer je een oplossing van Ammoniumfluoride en Calciumjodide bij elkaar voegt?
A
Ammoniumjodide
B
Calciumfluoride
C
Ammoniumfluoride
D
Calciumjodide

Slide 12 - Quiz

Welke toestandsaanduiding heeft een hydraat?
A
(aq)
B
(l)
C
(g)
D
(s)

Slide 13 - Quiz

Geef de juiste formule voor cadmium(II)nitraattetrahydraat

Slide 14 - Question ouverte

Om het slecht oplosbare zout zinkhydroxide te maken kan ik oplossingen van de volgende zouten mengen en daarna filtreren
A
koperhydroxide en zinknitraat
B
natriumhydroxide en zinknitraat
C
bariumhydroxide en zinksulfaat
D
natriumhydroxide en zinkcarbonaat

Slide 15 - Quiz

Om het goed oplosbare zout magnesiumchloride te maken kan ik oplossingen gebruiken van de volgende zouten gebruiken:
A
bariumchloride en magnesiumsulfaat
B
natriumchloride en magnesiumsulfaat
C
calciumchloride en magnesiumsulfaat
D
het goede antwoord zit er niet bj

Slide 16 - Quiz

Om het slecht oplosbare zout aluminiumhydroxide te maken kan ik oplossingen van de volgende zouten gebruiken
A
koperhydroxide en aluminiumnitraat
B
natriumhydroxide en aluminiumnitraat
C
calciumhydroxide en aluminiumnitraat
D
zilverhydroxide en aluminium

Slide 17 - Quiz

einde 

Slide 18 - Diapositive