wk 3 les 1 havo 3

programme du cours

bijvoeglijk naamwoord bespreken (p.108/p.109)
werkwoorden -re (présent, passé composé, imparfait)
weektaak
spreekopdracht
film afkijken
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

programme du cours

bijvoeglijk naamwoord bespreken (p.108/p.109)
werkwoorden -re (présent, passé composé, imparfait)
weektaak
spreekopdracht
film afkijken

Slide 1 - Diapositive

les verbes -re

Slide 2 - Diapositive

Nous _______ un bruit bizar. (entendre)

Slide 3 - Question ouverte

J'_______ le livre à la bibliothèque. (rendre, p.c.)

Slide 4 - Question ouverte

Pierre et Julien _____ souvent leurs smartphones. (perdre, présent)

Slide 5 - Question ouverte

Je _____ souvent mes lunettes. (perdre, imparfait)

Slide 6 - Question ouverte

bijvoeglijk naamwoord 

Deze staan vòòr het zelfstandig naamwoord:
jeune-joli-beau-
vieux- nouveau-
gros-grand-petit-
bon-mauvais-
haut-long
premier-dernier

Slide 7 - Diapositive


A
c'est une jeune fille
B
c'est une fille jeune

Slide 8 - Quiz


A
c'est un bleu livre
B
c'est un bleue livre
C
c'est un livre bleu
D
c'est un bleu livre

Slide 9 - Quiz

weektaak
Na les 1:
Ler. Idioom p. 28,29
Zoek 10 franse bijv. naamw. Met de vrouwelijke vorm erbij

Na les 2:
Leren toets over een deel van unité 3 (appr. 2,3, oef. 5 en 6, werkwoorden op -re, imparfait en een leestekst"
je moet ook een plaatje van een persoon kunnen beschrijven!

Slide 10 - Diapositive

décris ces images

Slide 11 - Diapositive

programme du cours

bijvoeglijk naamwoord bespreken (p.108/p.109)
werkwoorden -re (présent, passé composé, imparfait)
weektaak
spreekopdracht
film afkijken

Slide 12 - Diapositive