11.2 Corrosie en 11.3 De elektrochemische cel

Par 11.3 Redoxreacties
11.2 Corrosie
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Par 11.3 Redoxreacties
11.2 Corrosie

Slide 1 - Diapositive

Hoe voorkomen we corrosie?
1. Afdekken van metaal met vet, verf, lak, plastic 

2. Bewust vormen van een oxide laagje 



Slide 2 - Diapositive

Oxidelaagje
- Oxide = zuurstof 
Ontstaat doordat metalen reageren met zuurstof

Dit oxidelaag bescherm het metaal tegen corrosie = niet poreus

Bij beschadiging ontstaat er snel weer een nieuw laagje dus het blijft beschermen 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Hoe voorkomen we corrosie?
1. Afdekken van metaal met vet, verf, lak, plastic 

2. Bewust vormen van een oxide laagje 

3. Afdekken met een ander metaal = opofferingsmetaal  
Je zoekt een metaal dat een sterkere reductor is dan het metaal dat je wil beschermen 

Slide 5 - Diapositive

Opofferingsmetalen
  • Een opofferingsmetaal is een metaal dat reactiever is dan een ander metaal (sterkere reductor).
  • Hierdoor offert hij zichzelf op om het andere metaal te beschermen.
  • Voorbeeld: blokjes Zn op schepen


Slide 6 - Diapositive

Vragen uit 11.1 & 11.2?

Slide 7 - Carte mentale

Practicums uitvoeren Redoxreacties 
 Experiment:   Kopersulfaat en ijzer

Slide 8 - Diapositive

Uitleg redoxreacties
De Cu2+ ionen verdwijnen uit de oplossing en er ontstaat een laagje koper op het ijzer.
Cu2+(aq)  wordt  Cu(s)
De koperionen raken hun lading kwijt dat kan alleen als de koperionen elektronen opnemen.
Cu2+(aq) + 2e-  --> Cu (s)

Slide 9 - Diapositive

Uitleg redoxreacties
Je kunt met bloedloogzout aantonen dat er Fe2+ ionen ontstaan.
Fe(s) wordt  Fe2+ (aq)
De ijzerionen kunnen alleen ontstaan door elektronen of te geven.
Fe(s) -->  Fe2+(aq) + 2e-

Slide 10 - Diapositive

Oxidator en reductor
Oxidator: Deeltje dat bij een reactie elektronen opneemt

Reductor: Deeltje dat bij een reactie elektronen afstaat.

Er is sprake van halfreacties, deze staan in binas 48.


Slide 11 - Diapositive

Stappenplan redoxreactie
  1. Noteer de aanwezige deeltjes
  2. Zoek uit welke oxidator en welke reductor kunnen zijn.
  3. Kies de oxidator (hoogste) en reductor (laagste)
  4. Neem de halfreacties over (let op reductor andersom).
  5. Maak de elektronen kloppend.
  6. Tel de halfreacties op.
  7. Schoon op (indien nodig) en controleer.
Gebruik Binas tabel 48

Slide 12 - Diapositive

Halfreacties optellen
Oxidator: Cu2+(aq) + 2e-  --> Cu (s)
Reductor: Fe(s) --> Fe2+(aq) + 2e-
-----------------------------------------------------------------------
Totale reactie: Cu2+(aq) + Fe(s) --> Cu(s) + Fe2+(aq)


Slide 13 - Diapositive

Dit is een RED-OX reactie
Fe (s)              +             Cu2+             --> Fe2+  + Cu
staat e- af               neemt e- op
       =                                     =
REDuctor                 OXidator
Gebruik Binas tabel 48

Slide 14 - Diapositive

Werkwijze opstellen redoxreactie
Zoutzuur         en         magnesium
(H+ (aq) + Cl- (aq))              Mg (s)

Slide 15 - Diapositive

Binas 48 

Slide 16 - Diapositive

Zoutzuur en magnesium
1.   Schrijf op welke stoffen aanwezig zijn:
       H+(aq) / Cl-(aq) / Mg(s)
2.   Kijk in binas 48 of het een reductor of oxidator is.
3.    H+(aq) oxidator
       Cl-(aq) reductor en  Mg(s) reductor

 We laten water even buitenbeschouwing.

Slide 17 - Diapositive

Binas 48 

Slide 18 - Diapositive

Zoutzuur en magnesium
4.   Kies de sterkste reductor (staat het laagst in de tabel)
       Mg(s) is sterkste de reductor
5.   Kies de sterkste oxidator (staat het hoogst in de tabel)
       H+(aq) is sterkste de oxidator
6.    Controleer of oxidator hoger staat dan reductor, is dit het                 geval dan ontstaat er een reactie.

Slide 19 - Diapositive

Zoutzuur en magnesium
7.  Schrijf de halfreactie van de reductor op van rechts naar links
      Mg(s) --> Mg2+(aq) + 2e-

8. Schrijf de halfreactie van de oxidator op van links naar rechts.
      2H+(aq) + 2e- --> H2 (g)

Slide 20 - Diapositive

Zoutzuur en magnesium
9.    Tel de halfreacties op:
        Mg(s) --> Mg2+(aq) + 2e-
         2H+(aq) + 2e- --> H2 (g)
        -----------------------------------------------
        Mg(s) + 2H+(aq) --> Mg2+(aq) + H2(g)

Slide 21 - Diapositive

Edele en onedele metalen
Corrosie aantasting van metalen door zuurstof en water.
Metalen die gemakkelijk corroderen zijn ijzer, magnesium, zink, aluminium en lood.
Soms kan het oxidelaagje een beschermende laag vormen, hierdoor is de rest van het metaal afgeschermd van zuurstof en water.
De edele metalen worden niet door water en zuurstof aangetast.
 Het zijn Au, Ag en Pt (is mooi he ;-)). 

Slide 22 - Diapositive

Check: Stel de redoxreactie op van:
Al (s) + ZnCl2-oplossing

Slide 23 - Question ouverte

Aan de slag met practica!

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag

H: 24
B: 17 t/m 19, 21 t/m 23, 25 t/m 27
V: 28, 29

Slide 25 - Diapositive

Wat is corrosie? Oxidatie reactie! Roesten!
Het aantasten van metalen door zuurstof en water
Onedele metalen roesten wel
Edele metalen roesten niet


Hoe kan je het tegen gaan?
Door afsluiten van contact met water en zuurstof
Door verf, glas, vet of een ander metaal dat zelf een oxide laagje vormt






Slide 26 - Diapositive

Corrosie van ijzer / redoxreactie
Red:                      Fe --> Fe2+ + 2e-                                     2x
Ox:                        O2 (g) + H2O(l) + 4e- --> 4 OH-           1X
----------------------------------------------------------------
                           2Fe(s) + O2 (g) + H2O(l)  --> 2 Fe2+ + 4 OH-


Slide 27 - Diapositive


Geef de vergelijkingen van:
Vast zink in een koper(II)bromide oplossing.

Slide 28 - Question ouverte

Uitwerking:
Zn (s) / Cu2+(aq) / Br-(aq)
Zn(s) reductor / Cu2+ (aq) oxidator / Br-(aq) reductor
Sterkste reductor Zn(s) / sterkste oxidator Cu2+(aq)

Zn(s) --> Zn2+(aq) + 2e-
Cu2+(aq) + 2e- --> Cu(s)
Zn(s) + Cu2+(aq) --> Cu(s) + Zn2+ (aq)

Slide 29 - Diapositive

11. 3 De elektrochemische cel 

Slide 30 - Diapositive

Elektrochemische cel
In deze cel vindt een redoxreactie plaats.
Oxidator: Cu2+(aq)
Reductor: Zn(s)
De zoutbrug zorgt voor de verbinding tussen de twee oplossingen, de zoutbrug bevat vrije ionen, deze zorgen voor het lading transport.

Slide 31 - Diapositive

Redoxreactie
Zn(s) --> Zn2+ + 2e-
Cu2+ + 2e- --> Cu(s)

Reductor: negatieve pool
Oxidator: positieve pool


Slide 32 - Diapositive

Belangrijk
Er zijn twee soorten elektroden:
1. Elektroden die mee reageren (zoals bij de voorbeeld cel) en 
2. Onaantastbare elektroden (Pt en C)

Slide 33 - Diapositive

Onderdelen elektrochemische cel
1) twee gescheiden halfcellen (één voor
    oxidator en één voor reductor) met
    elektrolyt (elektrisch geleidende
    oplossing

2) een elektrode (elektrisch geleidend
    materiaal) in elke halfcel

3) verbinding (stroomdraad) tussen
     elektroden

4) zoutbrug (gevuld met zoutoplossing)
De zoutbrug zorgt er dus voor dat beide oplossingen elektrisch neutraal blijven
vaak van een (edel)metaal of grafiet

Slide 34 - Diapositive

Practicum 7: Fruitcellen 

Slide 35 - Diapositive

Aan de slag

Maak 29 en 30. 
Daarnaast alles wat nog niet gelukt is. 


Slide 36 - Diapositive