3H Unité 5 les 6

Le programme du 2 juin

1. Questions?
2. Bespreken 19-21+24
3. Herhalen: grammatica
4. Lezen: lire extra I



1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerroute 3Leerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Le programme du 2 juin

1. Questions?
2. Bespreken 19-21+24
3. Herhalen: grammatica
4. Lezen: lire extra I



Slide 1 - Diapositive

Na deze les ben je:
- klaar voor de toets!

Slide 2 - Diapositive

Maintenant, on va corriger ex. 19-21+24

Slide 3 - Diapositive

Vertaal: van alle tijden
A
de tous les temps
B
la valeur
C
travailler dur
D
la réussite

Slide 4 - Quiz

Vertaal: jeugd
A
essayer
B
amitié
C
obtenir
D
jeunesse

Slide 5 - Quiz

Vertaal: overtuiging
A
admirer
B
envoyer
C
conviction
D
recevoir

Slide 6 - Quiz

Vertaal: waarden
A
avis
B
valeurs
C
sauver
D
carrière

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Carte mentale

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Carte mentale

Welke vragen heb je nog voor de toets?

Slide 18 - Question ouverte

Les comparaisons 
"Ik ben intelligenter dan Obélix"
"Ik ben sterker dan Astérix"

Slide 19 - Diapositive

Vergelijking:
meer dan
Vergelijking:
evenveel als 

Vergelijking:
minder dan
moins ... que
aussi ... que
plus (bijv. nw) que

Slide 20 - Question de remorquage

Welke Franse zin is de correcte vertaling?
Die vrouw is groter dan die man

A
Cette dame est plus grande que cet homme
B
Cette dame est plus grand que cet homme
C
Cette dame est moins grande que cet homme
D
Cette dame est aussi grande que cet homme

Slide 21 - Quiz

Le train est [sneller dan] la voiture Vul alleen de vertaling van [sneller dan] in

Slide 22 - Question ouverte

Jules parle l'anglais [even goed als] toi. Vul alleen de vertaling van [even goed als] in

Slide 23 - Question ouverte

Net zoals "goed" een uitzondering is: niet "goeder" maar "beter"  

Slide 24 - Diapositive

Hoe goed snap jij de trappen van vergelijking?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Hoe goed ken jij het werkwoord connaître?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Hoe goed ben je in leesopdrachten?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Sondage

Hoe goed ken je de woordjes van Unité 5?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Menu au choix (kies uit...):
- extra oef. connaître I (blz. 8/gramm extra I)
- extra oef. vergelijkingen (blz. 90/gramm extra II)
- extra tekst "des héros français" (blz.83-85/Lire extra
- Quizlet

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Les devoirs


Leerwerk Toets:
Unité 5 appr. 1,2,4, en 6 F-N en appr. 3 en 5 F-N en N-F

Groep A: vrij. 4 juni
Groep B:  ma. 7 juni

Slide 31 - Diapositive