Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs.
Éléments de cette leçon
Stap 1
maak een bijwoord
Stap 2
maak een bijwoord
Stap 3
maak een bijwoord
+ ment
Maak het bijv. nw vrouwelijk
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Question de remorquage
Noem zoveel mogelijk onregelmatige bijwoorden
Slide 2 - Carte mentale
Vergelijking:
meer dan
Vergelijking:
evenveel als
bijv.nw
Vergelijking:
minder dan
Vergelijking:
evenveel als
ww/ znw
moins que
aussi que
plus que
autant que
Slide 3 - Question de remorquage
Franse woorden rondom het restaurant
Slide 4 - Carte mentale
bijv. nw / bijw? Il parle ......
A
lent
B
lentement
C
lentment
D
lente
Slide 5 - Quiz
bijv. nw / bijw? Elle prépare ... une tarte
A
rapide
B
rapidement
C
vite
D
rapid
Slide 6 - Quiz
bijv. nw / bijw? elle est .... et elle joue .... avec son amie (gentil)
Slide 7 - Question ouverte
bijv. nw / bijw? elle est ... et elle travaille ... en classe (bon)
Slide 8 - Question ouverte
https:
Slide 9 - Lien
1. Je travaille………………………….(=bien) que toi. 2. Michelle est ………………………..(- beau) que Louise. 3. Il faut manger……………….. (-peu).
Slide 10 - Question ouverte
4. Sandrine est ……………………..(= intelligent) que son frère. 5. Les légumes sont ……………………….(- sucré) que les fruits. 6. L'avion est …………………… (+ rapide) que la voiture.
Slide 11 - Question ouverte
7. Ce coca est ……………………..(+ bon) que cette limonade. 8. Tu écris ………………..(+ bien) que moi. 9. Les frites sont ………………………(+ gras) que le riz.
Slide 12 - Question ouverte
Superlatif:
De lekkerste zalm De minst versierde tafel Het compleetste dîner
Slide 13 - Question ouverte
Superlatif: Het minst lekkere gerecht De beste ontvangst De slechtste bestelling
Slide 14 - Question ouverte
Vertaal: Het hoofdgerecht was heerlijk, behalve de saus.
Slide 15 - Question ouverte
Vertaal: Ik wens een karafje mineraalwater en de zalm
Slide 16 - Question ouverte
Vertaal: De taalstage is even goed als de inleiding in het klimmen
Slide 17 - Question ouverte
Vertaal: De deelnemer heeft behoefte aan een wandeling onder de sterren