Werkwoordspelling les 3: Engelse werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Werkwoordspelling les 3: Engelse werkwoorden

Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.

Stap 1: Telefoons in de telefoontas.

Stap 2: Pak je boek (blz. 68), schrift, Chromebook

Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam.

Noteer de juiste vorm van het werkwoord (alleen het woord)
Heb jij dit wel goed (timen)?

Wat ga je doen?

Leerdoel: Ik kan werkwoorden uit het Engels correct spellen volgens de Nederlandse spelling.

Hoe bereiken we dit doel?

1. Test: Oefenen reguliere werkwoordspelling 

2. Engelse werkwoorden

3. Oefenen

4. Huiswerk: online of blz. 68+69 opdr 1, 2 en 4

Vul de juiste vorm in: Jos (snijden) vanmorgen vroeg heel hard in zijn vinger.

Vul de juiste vorm in: Waarom (zenden) je dat te strakke truitje niet terug naar de winkel?

Vul de juiste vorm in: Wat is er (gebeuren) in dat parkje?

Vul de juiste vorm in: (Melden) u aan om deel te nemen aan deze wedstrijd.

Engelse werkwoorden

Engelse werkwoorden hebben de Nederlandse spellingsregels.

1. De ik-vorm van een Engels werkwoord is hetzelfde.

2. Bij woorden als baseball blijft de dubbele medeklinker staan.

3. Bij de tegenwoordige tijd gebruik je ik-vorm +t (Hij snookert, Zij jogt, hij timet)

4. In de verleden tijd gebruik je 't (e)xk(o)fsch(i)p.

5. Let op: bij werkwoorden als daten, moet er een extra -e bij voor de uitspraak: Ik datete gisteren, wij hebben gedatet. Hij datet vanavond.

Gewoon: ik-vorm + te of -de.

Vul de juiste vorm in: Monica Geuze (vloggen) gisteren over haar avonturen op Temptation Island.

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes
De winkelbaas (managen) vorig jaar nog zijn bedrijf.

het voltooid deelwoord van Engelse werkwoorden:

Mijn vader heeft heerlijk ... (barbecuen).

Vul de juiste vorm in: Mijn grootouders (bridgen) vorig jaar elke week in het dorpshuis.

Aan de slag

Online maken: Werkwoordspelling Engelse werkwoorden: opdracht 1, 2 en 4

Lukt het niet online: blz. 68 en 69: opdr. 1, 2 en 4

Leren: Theorie blz. 269, 270, 36 en 68

Je werkt fluisterend aan deze opdrachten.

Klaar: Leren!