Les 3

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

De onderwerpen:

Budgetlijn als het inkomen wijzigt

De budgetlijn als de prijzen veranderen

Ruilen en wederzijds voordeel

Transactiekosten

Wat zou er worden bedoelt met koopkracht?

Budgetlijn en koopkracht.

Als de budgetlijn naar rechts verschuift stijgt de koopkracht.

Als de budgetlijn naar links verschuift daalt de koopkracht.

Stel dat de blikjes cola goedkoper worden. Wat gebeurt er dan met de budgetlijn uit de vorige grafiek?

Directe ruil

Wederzijds voordeel.

Beide partijen gaan er op vooruit vinden ze.

Geef een voorbeeld van een directe ruil.

Ruilverhouding

Soms wordt er niet 1 op 1 geruild.

B.v. 3 blikjes cola tegen 1 worstenbroodje. Ruilverhouding 3:1

Afhankelijk van de honger en de dorst van beide handelaren.

Nadeel van directe ruil

Wie wil er met je ruilen en wie of wat bepaalt de ruilverhouding.

Wat te denken van bederfelijke producten?

Indirecte ruil.

Geld tegen goederen.

Goederen tegen geld.

Bespaart tijd.

Transactiekosten:

Kosten die bij een verkoop om de hoek komen kijken.

Deze kosten moeten zo laag mogelijk blijven wil je kunnen concurreren.

Welke transactiekosten komen er kijken bij het kopen van een huis?

Maken de opdrachten:

Budget C en D

Ruil A en B