Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Argumentatiestructuren
H4, 16 februari 2021
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Even opfrissen: wat is het verschil tussen een weerlegging en een tegenargument?
Slide 3 - Question ouverte
Lever je een foto van je huiswerk in (opdr 3, 5 en 7)
Slide 4 - Question ouverte
Tekst 2 (blz 195), opdracht 8
Zo langzamerhand wordt het kennelijk normaal om ouderen ergens de schuld van te geven als er iets niet goed gaat.
Ouderen veroorzaken veel auto-ongelukken, ouderen trekken de pensioenpotten leeg en nu deugt (in de ogen van Paulien Cornelisse althans) hun taalgebruik ook al niet meer.
Ik zou een verontschuldiging van Paulien Cornelisse voor alle mensen boven de zeventig wel zeer op prijs stellen.
(Want) het was een absoluut onnodige en onterechte aantijging in hun richting.
waarderend argument
want
Het is een tegenargument, want het is een reactie op het standpunt.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Standpunt
Argument 1
Argument 2
De rekening was belachelijk hoog
De volgende keer nemen we een andere loodgieter
We hebben uren zitten wachten voordat hij er was
Slide 12 - Question de remorquage
Deze argumentatie noem je
A
Enkelvoudig
B
Onderschikkend
C
Nevenschikkend en onafhankelijk
D
Nevenschikkend en afhankelijk
Slide 13 - Quiz
Standpunt
Argument 1
Argument 2
Veel scholieren zijn verslaafd aan hun mobieltje
Mobiele telefoons zouden verboden moeten worden voor jongeren.
Nederlandse scholieren zitten gemiddeld ruim drie uur per dag op hun mobieltje
Slide 14 - Question de remorquage
Deze argumentatie noem je
A
Enkelvoudig
B
Onderschikkend
C
Nevenschikkend en onafhankelijk
D
Nevenschikkend en afhankelijk
Slide 15 - Quiz
Zelfstandig werken
Maak opdracht 1 t/m 3, 5 en 6 vanaf blz 198
Je werkt alleen en hebt je camera aan. Steek je handje op als je een vraag hebt.
Zijn er leerlingen die na tien minuten samen willen werken?