5.3 de lever 5havo

Als je maximaal uitademt, dus zo ver je kan de lucht uit je longen weg te blazen, blijft er altijd een hoeveelheid lucht achter in de luchtwegen.
Hoe wordt deze hoeveelheid lucht genoemd?
Maak eventueel gebruik van BINAS 83-B
A
ademvolume
B
vitale capaciteit
C
restvolume
D
uitademingsreserve- volume
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Als je maximaal uitademt, dus zo ver je kan de lucht uit je longen weg te blazen, blijft er altijd een hoeveelheid lucht achter in de luchtwegen.
Hoe wordt deze hoeveelheid lucht genoemd?
Maak eventueel gebruik van BINAS 83-B
A
ademvolume
B
vitale capaciteit
C
restvolume
D
uitademingsreserve- volume

Slide 1 - Quiz

Inademen
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Lucht stroomt naar binnen
Longvolume wordt groter
Borstholte wordt groter
Middenrif beweegt omlaag

Slide 2 - Question de remorquage

Uitademen
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Lucht stroomt naar buiten
Longvolume wordt kleiner
Borstholte wordt kleiner
Middenrif ontspant

Slide 3 - Question de remorquage

In de afbeelding zie je links een geopend huidmondje en rechts een gesloten huidmondje.

Wat is waar over deze afbeelding?
A
Het huidmondje is geopend als er sprake is van turgor in de sluitcellen
B
Bij een tekort aan water zal het huidmondje open staan.
C
Osmose speelt geen rol bij het openen en sluiten van huidmondjes.
D
Bij geopende huidmondjes vindt er uitwisseling plaats van O2 en N2

Slide 4 - Quiz

Twee stellingen over de bloedvaten van de lever:
1 De poortader voert bloed AF uit de de lever
2 De slagader voert zuurstof AAN naar de lever

Welke opmerking(en) is/zijn juist?
A
1 = juist 2 = juist
B
1 = juist 2 = onjuist
C
1 = onjuist 2 = juist
D
1 = onjuist 2 = onjuist

Slide 5 - Quiz

5.3    De lever

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen

Je kunt de bouw, werking en functies van de lever beschrijven.

Je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever.

Slide 7 - Diapositive

De lever
Functies bij onder andere:

- De homeostase
- Emulgeren en afbraak van bloedcellen
- Koolhydraat, eiwit- en vetstofwisseling

Slide 8 - Diapositive

De bouw van de lever
Een leverlobje is zeshoekig en 1 mm in doorsnee.
Op de hoekpunten van het leverlobje zitten aftakkingen van de leverslagader en de poortader (en de aftakkingen van de galgang).

In het midden zit de aftakking van de leverader

Slide 9 - Diapositive

Leverlobje


Slide 10 - Diapositive

De homeostase
De lever voert controle uit op de samenstelling van het bloedplasma.
De lever zet stoffen om en door opslag en uitscheiding van stoffen zorgt het voor het interne mileu.

Slide 11 - Diapositive

Emulgeren van vetten

De lever produceert gal
Het bevat onder andere water en galzuren
Opgeslagen in de galblaas
Het emulgeert vetten en oliën


Slide 12 - Diapositive

Afbraak van bloedcellen
De lever breekt oude en beschadigde rode bloedcellen af 

Hemoglobine wordt afgebroken, ijzer wordt opgeslagen de rest wordt bilirubine.

Bilirubine wordt via de galwegen uitgescheiden
(geeft de bruine kleur aan de ontlasting)

Slide 13 - Diapositive

Koolhydraat stofwisseling

  • De lever kan het glucosegehalte in het bloed beïnvloeden
  • Door glucose om te zetten naar glycogeen en op te slaan
  • Of door glycogeen om te zetten naar glucose

Slide 14 - Diapositive

Eiwitstofwisseling
De lever produceert eiwitten uit aminozuren die zijn opgenomen in de dunne darm

Het afbreken van overtollige aminozuren:
1. de stikstofgroep wordt afgesplitst en omgezet in ammoniak
2. Ammoniak wordt omgezet in ureum
3. Ureum wordt door de nieren uitgescheden

Slide 15 - Diapositive

Vetstofwisseling

Niet essentiële verzuren worden gevormd uit andere vetzuren, aminozuren, of monosachariden zoals glucose.

Een klein deel vet wordt in de lever opgeslagen

Slide 16 - Diapositive

Gifstoffen
De lever heeft een ontgiftende werking.



Gifstoffen worden door de lever uit het bloed gehaald
en onwerkzaam gemaakt.


Een deel van de onwerkzaam gemaakte stoffen wordt
door de nieren uitgescheiden.


Slide 17 - Diapositive

Waar komt gal uit de galblaas terecht?
A
12-vingerige darm
B
Dunne darm
C
Blinde darm
D
Dikke darm

Slide 18 - Quiz

Welke stoffen kunnen NIET worden afgebroken door de lever?
A
Vet
B
Arsenicum
C
Kwik
D
Eiwitten

Slide 19 - Quiz

De stof die ontstaat in de lever bij de omzetting van ammoniak is ....

Slide 20 - Question ouverte

Welke opmerking over leverlobjes is juist?
Maak eventueel gebruik van BINAS 82-D
A
Bloed stroomt van de hoeken naar het midden
B
Bloed stroomt van het midden naar de hoekpunten
C
geproduceerd gal wordt afgegeven aan de leverader
D
Galgangen voeren gal AAN

Slide 21 - Quiz

Meindert heeft reuzehonger en werkt in 15 minuten 5 boterhammen met hagelslag weg. Ongeveer 90 minuten na deze maaltijd wordt de glucoseconcentratie gemeten van de volgende drie bloedvaten:
leverader, leverslagader en poortader

In welk bloedvat wordt de hoogste glucoseconcentratie gemeten?
A
leverader
B
leverslagader
C
poortader

Slide 22 - Quiz

Meindert heeft weer reuzehonger en het is bijna 10 uur geleden dat hij zijn 5 boterhammen at. Nu wordt ook de glucoseconcentratie gemeten van de volgende drie bloedvaten:
leverader, leverslagader en poortader

In welk bloedvat wordt nu de hoogste glucoseconcentratie gemeten?
A
leverader
B
leverslagader
C
poortader

Slide 23 - Quiz

Een onderzoeker doet onderzoek naar een medicijn. Uit dierproeven is gebleken dat het nieuwe medicijn een hoge afbraaksnelheid kent in de lever.

- Leg uit of dit medicijn naar waarschijnlijkheid kort- of langwerkend is
- Leg uit of de aanbevolen dosis voor dit medicijn hoog of laag zal zijn.

Slide 24 - Question ouverte

Huiswerk 5.3   De lever
Opdracht 23 t/m 25

Slide 25 - Diapositive