Oefentoets periode 3

Oefentoets periode 3
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets periode 3

Slide 1 - Diapositive

Vertaal: dreihundertundvier
A
403
B
304
C
321
D
311

Slide 2 - Quiz

Vertaal: zwölfhundert
A
1200
B
1201
C
321
D
311

Slide 3 - Quiz

Werkwoorden stam op -d of -t
Ich 
Du 
Er/sie/es
Wir
ihr
sie/Sie
wartest
reden
antwortet
hört
arbeite
finden

Slide 4 - Question de remorquage

feesttenten
stam s-klank
stam d/t
wohnen
heißen
finden
rennen
machen
reisen
chatten
arbeiten
kommen
fassen
tanzen
streiten

Slide 5 - Question de remorquage

reden
bedeuten
melden
reiten
machen
schreiben
suchen
spielen
sitzen
reisen
grüßen
benutzen
Groep 1:
Basis
Groep 2:
stam op sis-klank
Groep 3:
stam op -d/-t

Slide 6 - Question de remorquage

Maak een voltooid deelwoord:
lernen
A
gelernet
B
lernt
C
gelernt

Slide 7 - Quiz

Maak een voltooid deelwoord: machen

Slide 8 - Question ouverte

Maak een voltooid deelwoord: arbeiten

Slide 9 - Question ouverte

Maak een voltooid deelwoord: reden

Slide 10 - Question ouverte

Sleep de Nederlandse betekenis naar de 
Duitse bezittelijke voornaamwoorden.
mein(e)
dein(e)
sein(e)
ihr(e)
unser(e)
euer(e)
Ihr(e)
zijn
onze/ons
jullie
mijn
uw
jouw
haar/hun

Slide 11 - Question de remorquage

vrouwelijk (v)
mannelijk (m)
onzijdig (o)
meervoud (mv)
ein
ein
eine
eine
kein
keine
keine
kein

Slide 12 - Question de remorquage

ein / eine Rose
A
ein
B
eine

Slide 13 - Quiz

kein / keine Hobby
A
kein
B
keine

Slide 14 - Quiz

kein / keine Fernseher
A
kein
B
keine

Slide 15 - Quiz

Vertaal: der Frühling

Slide 16 - Question ouverte

vertaal: vandaag

Slide 17 - Question ouverte

vertaal: Zuschauer

Slide 18 - Question ouverte

Wann trainierst du?
A
Ich trainiere in der Sporthalle
B
Ich spiele Fußball
C
Ich trainiere am Montag

Slide 19 - Quiz

Spielst du einen Instrument?
A
Das mache ich mit Freunden
B
Ich spiele Fußball
C
Ich trainiere am Montag
D
Ich spiele Gitarre

Slide 20 - Quiz

Hast du viel Zeit für Hobbys?
A
Das mache ich mit Freunden
B
Ich game
C
Ich habe nur abends Zeit
D
Ich spiele Gitarre

Slide 21 - Quiz