Grammatica H4 en H5 Neue Kontakte klas 2

Grammatica H4 en H5
werkwoord in de tegenwoordige tijd
voltooid deelwoord
uitgangen van ein- en kein-
bezittelijk voornaamwoord
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica H4 en H5
werkwoord in de tegenwoordige tijd
voltooid deelwoord
uitgangen van ein- en kein-
bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Diapositive

ich
du
er / sie /es
wir
ihr
Sie / sie
- en
- st
-e
- st
- t

Slide 2 - Question de remorquage

Noteer de juiste vorm van het woord tussen haakjes
Er (spielen)

Slide 3 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het woord tussen haakjes
du (wohnen)

Slide 4 - Question ouverte

ihr (gehen)

Slide 5 - Question ouverte

er (versorgen)

Slide 6 - Question ouverte

wir (essen)

Slide 7 - Question ouverte

Geef de juiste vorm van het voltooid deelwoord:
spielen

Slide 8 - Question ouverte

voltooid deelwoord van:
finden

Slide 9 - Question ouverte

Voltooid deelwoord van:
gehen

Slide 10 - Question ouverte

Voltooid deelwoord van:
sein

Slide 11 - Question ouverte

Voltooid deelwoord van:
wohnen

Slide 12 - Question ouverte

Voltooid deelwoord van:
fotografieren

Slide 13 - Question ouverte

Geef aan ein / eine

Salat (m)

Slide 14 - Question ouverte

Geef aan ein / eine
Pferd (o)

Slide 15 - Question ouverte

Geef aan ein / eine
Maus (v)

Slide 16 - Question ouverte

Geef aan kein / keine
Spinnen (mv)

Slide 17 - Question ouverte

mijn
jouw / je
zijn
haar
ons / onze
jullie
hun
uw
unser-
ihr-
dein-
mein-
sein- 
Ihr
euer- 

Slide 18 - Question de remorquage

De vertaling van "Ihr"
A
jouw
B
mijn
C
ons
D
uw

Slide 19 - Quiz

De vertaling van "ihr"
(twee antwoorden)
A
mijn
B
hun
C
haar
D
jullie

Slide 20 - Quiz

Vertaling
mijn

Slide 21 - Question ouverte

Vertaling
jullie

Slide 22 - Question ouverte

Vertaling
hun

Slide 23 - Question ouverte

Vertaling:
(uw) Haus (o)
A
unser
B
Ihr
C
unsere
D
Ihre

Slide 24 - Quiz

Vertaling:
(jullie) Pferde (mv)
A
(eure) euere
B
unsere
C
euer
D
unser

Slide 25 - Quiz

Vertaling:
(mijn) Buch (o)

Slide 26 - Question ouverte

Vertaling:
(hun) Buch (o)

Slide 27 - Question ouverte

Vertaling:
(ons) Hausaufgaben(mv)

Slide 28 - Question ouverte

Vertaling:
(jouw) Mutter (v)

Slide 29 - Question ouverte

Einde van de oefeningen
Veel fouten --> Leer nog een keer goed de grammatica op blz 
134: werkwoorden vervoegen
134: voltooid deelwoord
151: ein / eine
153: bezittelijke voornaamwoorden

Slide 30 - Diapositive