Lezen hoofdstuk 2.1

De indeling van teksten
Lesdoel
Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst en
je vindt snel je weg in een tekst.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De indeling van teksten
Lesdoel
Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst en
je vindt snel je weg in een tekst.

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al over de indeling van teksten?

Slide 2 - Carte mentale

Welke tekststructuren komen regelmatig voor?

Slide 3 - Question ouverte

Een onderwerp kan aan het begin van een tekst op verschillende manier geïntroduceerd worden?
Welke ken jij?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het doel van een 'lead' ?

Slide 5 - Question ouverte

Waaruit kan het slot van een tekst bestaan?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het onderwerp van tekst 3
A
varkensboeren
B
varkensmarkt
C
varkensprijzen

Slide 7 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van de lead?
A
aandacht trekken
B
onderwerp introduceren
C
over opbouw informeren

Slide 8 - Quiz

Wat is het doel van de tekst?
A
De lezer informeren over de situatie op de varkensmarkt.
B
De lezer overtuigen dat de financiële positie van de varkenshouders moet verbeteren.
C
De lezer overhalen niet in te gaan op de vleesstunts van de supermarkten.

Slide 9 - Quiz

Waardoor komen de varkensboeren volgens henzelf in financiële problemen (alinea 4)?
A
de concurrentie van supermarkten
B
de lage prijzen die supermarkten betalen
C
de vleesaanbiedingen van supermarkten

Slide 10 - Quiz

Staatssecretaris Dijksma vindt dat 'de sector moet saneren' (alinea 5). Wat houdt dat in?
A
dat er extra geld naar de varkensboeren moet om de sector gezond te maken
B
dat er minder varkens moeten komen
C
dat varkensboeren op zoek moeten gaan naar nieuwe afzetmarkten

Slide 11 - Quiz

Economen denken dat varkensboeren zelf de crisis veroorzaakt hebben door overproductie. Wat kun je zeggen over de reactie van Wolfkamp in alinea 6?
A
een argument tegen overproductie
B
geen argument, maar een verklaring voor die overproductie
C
geen argument, maar een voorbeeld van overproductie

Slide 12 - Quiz

Welke samenvatting geeft de inhoud van alinea 9 en 10 het beste weer?
A
Het aantal varkens zal omlaag moeten om vraag en aanbod weer in balans te krijgen
B
Om effectief te zijn, moeten maatregelen v. d. varkenshouderij voor heel Europa gelden.
C
Nederland is het braafste jongetje van de klas als het om milieuwetgeving gaat.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive