3.3 en 3.4 Het bestuur wordt feodaal en De verspreiding van de islam

3.3 Het bestuur wordt feodaal
KA Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

3.3 Het bestuur wordt feodaal
KA Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe het feodale stelsel werkt en waarom het is ingevoerd.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan feodalisme
Frankische koningen 2 problemen: 
1) Geen geld om soldaten te betalen
2)  Kon groot rijk niet alleen besturen.

Oplossing was het leenstelsel
1) vazallen betaald met een stuk land
2) leenmannen aangesteld die een gebied voor de koning besturen


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werking leenstelsel 
  • Koning = leenheer
  • Edellieden (graaf, hertog) of bisschop = leenman
  • Leenmannen krijgen gebied 'in leen' en beloven leenheer trouw :
- advies in bestuur en rechtsspraak  (= raad)
- militaire steun in oorlog (= daad)

Slide 4 - Diapositive

Feodum = leen
Leenheren geven gebieden in leen aan leenmannen
Leenheer: vaak koning
Leenman: vaak edelman of geestelijke (bisschop)
Persoonlijke banden
Bestuurlijke piramide

Slide 5 - Diapositive

VERTICALE SOLIDARITEIT
Sociaal-economisch systeem vanaf de 5e eeuw
Politiek-bestuurlijk systeem vanaf de 8e/9e eeuw
Verschil hofstelsel en leenstelsel?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nadelen feodale stelsel
  • Lenen worden erfelijk
  •  Systeem van achterleenmannen zorgt voor onduidelijkheid en onpersoonlijkheid
  • ´Eed van trouw´ soms aan meerdere leenheren die in conflict kunnen komen met elkaar: wie steun je dan? 



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leenstelsel
Ook: feodale stelsel

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Karel de Grote beloonde  graven, hertogen en andere bestuurders met lenen. Zo ontstonden er in het bestuur feodale verhoudingen.

Gevolg: Verbrokkeling van de macht.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het feodalisme/ leenstelsel

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na de dood van Karel de Grote:
  • één zoon, Lodewijk de Vrome.
  • kleinzonen delen het rijk op in 3 delen.
  • leenmannen gaan hun gebied steeds meer als hun eigendom zien.
  • macht gaat over van vader op zoon (erfelijk) , geen eed van trouw meer.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Frankische Rijk
Verdeeld over 3 kleinzonen van Karel de Grote
  • West-Frankische Rijk 
        (Karel de Kale)
  • Middenrijk 
       (Keizer Lotharius I )
  • Oost-Frankische Rijk 
       (Lodewijk de Duitser)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het feodale stelsel onder Karel Martel
  • Karel wilde een ruiterleger en een degelijk bestuur                                            
  • Vazallen werden beloont met een leen                          
  • De persoonlijke eed van trouw was gedurende het leven 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 De verspreiding van de islam
Kenmerkend aspect: 
Het ontstaan en de verspreiding van de islam

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
  • Je kunt een aantal kenmerken noemen van de islam 
  • Je kunt een aantal kenmerken geven van de snelle verspreiding van de islam

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan islam
  • In 610 krijgt Mohammed een openbaring van Allah
  • Koran:  woorden van Allah, Mohammed zijn profeet
  • 622  vlucht Mohammed uit Mekka Hedsjra: begin islamitische jaartelling
  • 632 sterft Mohammed, islam belangrijkste godsdienst op Arabische schiereiland

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vergelijking
Overeenkomst christendom:
  •  monotheïstische godsdienst,
  •  heeft een heilig boek: de Koran

Verschillen christendom: 

  • vanaf het begin een godsdienst van heersers; niet bestreden, 
  • islamitische jaartelling begint bij verdrijving Mohammed niet geboorte (622),
  • niet alleen geestelijk leider ook wereldlijk machthebber

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Na Mohammeds dood (632) breidden kaliefen (opvolgers) de islamitische staat (kalifaat) uit tot een groot Arabisch rijk door het Perzische rijk en delen van het Byzantijnse rijk te veroveren.

Het begrip jihad is zowel innerlijk als
uiterlijk. Leg uit.

In 650 eindigde de expansie door 
burgeroorlogen binnen het kalifaat


Hoe het Arabische rijk werd uitgebreid.
(heilige strijd) 1. innerlijke strijd om een goed moslim te zijn en de strijd om e islam te verdedigen, 2. verplichting voor moslims om hun godsdienst te verspreiden, zo nodig met geweld

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  1. De Perzische en Byzantijnse rijken waren ernstig verzwakt
  2. Ze waren militair sterk door hun nomadisch bestaan
  3. Ze waren door de islam niet meer verdeeld en streden voor hun geloof
  4. Ze maakten kans op een rijke buit
  5. Ze werden geholpen door de overwonnen volken


Hoe konden de Arabieren hun rijk zo snel uitbreiden?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Religieuze verdeeldheid
  • Omstreden opvolging van Mohammed zorgt voor een scheuring in de islam vanaf het jaar 28.

  • Soennisme en sjiisme:
- 90% van de Moslims is Soennitisch
- 10% Sjiitisch 


Slide 25 - Diapositive

Kalief = opvolger van profeet

Onder de Abbasiden stopte de expansie, wel verdere verspreiding islam: o.a. in Afrika en in Indonesië

Vanaf 11e eeuw verovering van Anatolië door Turken:
  • stichting Ottomaanse rijk
  • 1453 verovering van Constantinopel, einde Byzantijnse rijk
Hoe de islam later in andere gebieden werd verspreid.
Mehmed II verovert Constantinopel (1453)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Culturele Bloei
Arabieren waren ook tolerant in wetenschap en filosofie: 

  • Kopieerden wetenschappelijke werken van oude Grieken
  • Kopieerden filosofische werken van de oude Grieken. 
  • Combineerden Grieks-Romeinse bouwvormen met eigen bouwvormen. 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen
  • feodaal stelsel
  • islam
  • kalifaat
  • leenheer
  • leenman
  • sharia
  • sjiisme
  • soennisme
  • vazal

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is de opperste leenheer in het feodale stelsel?
A
Koning
B
Vazallen
C
Adel
D
God

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kernbegrip in het feodale stelsel is:

A
macht
B
trouw
C
geld
D
oorlog

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de kenmerken naar het juiste begrip 
Feodale stelsel
Domeinstelsel
Leenheer
Horige
Economisch
Politiek
Herendiensten
Leenman

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat waren nadelige gevolgen van het feodale stelsel?
A
Koning werd te machtig
B
Versnippering in het rijk
C
Lenen werden erfelijk
D
Er kwam een gebrek aan geld

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke termen horen bij het leenstelsel/feodale stelsel?
A
Adel, horigen, leenheer, herendiensten
B
Adel, leenheer, vazal, leenman
C
Boeren, horigen, landheer, herendiensten
D
Landheer, leenman, boeren, horigen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Examenvraag
Bij de Franken was het gewoonte dat alle vrije mannen zitting hadden in de lokale rechtbanken. Omdat er te weinig vrije mannen beschikbaar waren, werd vanaf de negende eeuw de rechtspraak steeds meer overgelaten aan scabini, meestal adellijke mannen.
2p Leg een verband tussen deze ontwikkeling en:
- de uitbreiding van het hofstelsel in deze tijd en
- de feodalisering van het bestuur.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord
Maximumscore 2
Kern van een juist antwoord is:
• De uitbreiding van het hofstelsel ging samen met een toename van de horigheid / een afname van het aantal vrije mannen dat beschikbaar was voor de rechtbank1
• Door de feodalisering van het bestuur nam de invloed van de edelen toe (waardoor zij ook in de rechtbanken meer plaatsen op konden eisen) 1

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke volgorde verspreidde de islam zich over de drie gebieden?
A
Noord-Afrika – Arabisch Schiereiland – Spanje
B
Spanje – Noord-Afrika – Arabisch Schiereiland
C
Arabisch Schiereiland – Noord-Afrika – Spanje
D
Noord-Afrika – Spanje – Arabisch Schiereiland.

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zorgde voor de grote verspreiding van de Islam?
A
Allah
B
Mohammed
C
De volgelingen van Mohammed
D
De volgelingen van Jezus Christus

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was er zo speciaal aan de verspreiding van de islam?
A
Het ging vanzelf zonder slag of stoot.
B
Mensen met een monotheïstische godsdienst, werden gedwongen om Islamistisch te worden.
C
De verspreiding van de islam ging verrassend snel.
D
De verspreiding van de islam was een Aziatisch en Afrikaanse aangelegenheid.

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was géén reden voor de succesvolle verspreiding van de islam?
A
Vijandige landen waren verzwakt door slecht bestuur
B
De islam bevorderde het saamhorigheidsgevoel
C
Andere geloven werden vervolgd
D
De verharde handelsroutes in het Midden-Oosten

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions