Ophelderen van onduidelijkheden groep 7

Verplichte instructie begrijpende lezen
  • Je zorgt dat je weet wat het doel is waaraan we werken.
  • Log in bij LessonUp met de code.
  • Je pakt een tekst en opdrachtenblad.
  • Je pakt een potlood.
  • Schrijf met potlood je naam op beide bladen.
  • Je gaat klaar zitten voor de instructie.

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
LezenBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verplichte instructie begrijpende lezen
  • Je zorgt dat je weet wat het doel is waaraan we werken.
  • Log in bij LessonUp met de code.
  • Je pakt een tekst en opdrachtenblad.
  • Je pakt een potlood.
  • Schrijf met potlood je naam op beide bladen.
  • Je gaat klaar zitten voor de instructie.

Slide 1 - Diapositive

Wat is het doel van deze les?

Slide 2 - Carte mentale

Doel van de les:
Ik maak bij moeilijke woorden bewust gebruik van de context en van het woord zelf om de betekenis af te leiden.

Slide 3 - Diapositive

Voorkennis activeren:
Wat weet je al van deze tekst?
Welke vragen heb je vooraf?

Slide 4 - Question ouverte

Doel van de les:
Ik maak bij moeilijke woorden bewust gebruik van de context en van het woord zelf om de betekenis af te leiden.

Slide 5 - Diapositive

Welke strategieën kun je gebruiken wanneer je een moeilijk woord tegenkomt in de tekst?

Slide 6 - Question ouverte

Welke strategieën kun je gebruiken wanneer je een moeilijk woord tegenkomt in de tekst? 
  • Teruglezen/ verder lezen
  • Kijk naar de afbeelding bij de tekst
  • Kijk naar het woord (soms ken je al een stukje)
  • Vraag aan iemand anders

Controleer de betekenis in de zin; klopt het? 

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag
  • Lees de tekst actief in een tweetal. 
  • Kom je onbekende woorden tegen? Gebruik dan de woordhulp. 
  • Bespreek samen de tekst en de moeilijke woorden. 
  • Maak de opdrachten.

Slide 8 - Diapositive

Wat betekent: in het teken staan van?
A
een thema hebben
B
een feest vieren
C
een kunstwerk maken
D
een probleem hebben

Slide 9 - Quiz

Wat is een lijndienst?
A
een route die af en toe wordt gevlogen
B
een route in een rechte lijn
C
een vaste verbinding op een bepaalde route
D
een vliegtuig dat voor het eerst een bepaalde route vliegt

Slide 10 - Quiz

Wat betekent in beslag nemen?
A
aan de hand zijn
B
kosten, nodig zijn
C
van plan zijn
D
vertraagd zijn

Slide 11 - Quiz

Wat betekent: stammen uit
A
gaan naar
B
komen uit
C
lijken op
D
vallen in

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil tussen een transport- of passagiersvliegtuig?

Slide 13 - Question ouverte

Wat betekent: de keerzijde?
A
de donkere kant
B
de minder mooie kant
C
de tegenvallende resultaten
D
het nare gevoel

Slide 14 - Quiz

Waarom werden er in oorlogstijd tal van nieuwe technieken toegepast om vliegtuigen sneller en verder te laten vliegen?

Slide 15 - Question ouverte

Waarom was er eind jaren 20 al een lijndienst naar Nederlands-Indië?

Slide 16 - Question ouverte

Vliegen is in honderd jaar tijd sneller, veiliger en goedkoper geworden. Wat is daar de belangrijkste reden voor?

Slide 17 - Question ouverte

Er wordt veel gevlogen door veel mensen. Wat is de keerzijde van het vele vliegen?

Slide 18 - Question ouverte

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 19 - Diapositive