Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Bienvenue
Slide 1 - Diapositive
Le verbe être (het werkwoord "zijn")
Slide 2 - Diapositive
Gebruik:
1. Als je iets over iemand zegt (karaktereigenschap of beschrijving)
Il est sypma - elle est grande - nous sommes contents
Hij is aardig - zij is groot - wij zijn blij
2. Als je vertelt waar je je bevindt (waar je bent)
Je suis à l'école ik ben op school
Tu es à la maison Jij bent thuis
Slide 3 - Diapositive
Gebruik (vervolg):
3. Als je jezelf voorstelt
Je suis Marie Ik ben Marie
Nous sommes Luc et Philippe Wij zijn Luc en Philippe
4. Nationaliteit aangeven
Je suis anglais Ik ben Engels
Elle est chinoise Zij is Chinees
Nous sommes hollandais Wij zijn Nederlands
Vous êtes américain U bent Amerikaans
Slide 4 - Diapositive
Tu es
Vous êtes
Je suis
Ils sont
Il est
Nous sommes
Ik ben
Wij zijn
Zij zijn
U bent
Jij bent
Hij is
Slide 5 - Question de remorquage
www.verbuga.eu
Slide 6 - Lien
Ga nu oefenen met verbuga.eu
- klik ook eens het werkwoord avoir erbij aan
- let op de NL vertaling
- daag jezelf uit: zet hem op Nederlands-Frans!
Leren être, avoir, aller en oefen via verbuga.eu en slim stampen en Quizlet
Slide 7 - Diapositive
Tekst
Ander werkwoord
être
Je suis à l'école.
Tu as un frère.
Vous êtes dans la cantine
Vous avez une glace.
Ils ont un ordinateur.
Tu es sympa
Elles sont à la maison.
Tu parles anglais.
Il est anglais.
Nous sommes en vacances.
Nous avons un chat.
Slide 8 - Question de remorquage
Vertaal de zinnen uit de sleepvraag naar het Nederlands:
Je suis à l'école.
Tu as un frère.
Vous êtes dans la cantine.
Vous avez une glace.
Ils ont un ordinateur.
Tu es sympa.
Elles sont à la maison.
Tu parles anglais.
Nous avons un chat
Il est anglais.
Nous sommes en vacances.
Neem de zinnen over in je schrift.
Onderstreep de PV
Noteer van welk werkwoord de PV is
Vertaal de zin naar het Nederlands.
timer
20:00
Slide 9 - Diapositive
Zo ziet dat eruit:
1. Je suis à l'école.
werkwoord être = zijn
Ik ben op school.
À toi maintenant!
En nu jij!
Slide 10 - Diapositive
Voor wie nog een extra filmpje wil kijken en meer zinnen wil zien met het gebruik van het werkwoord être en avoir: bekijk dan de volgende slides. Als afsluiting is er een leuke video met het werkwoord aller