4H-SP3-W2- JUEVES 20-1-22 ONLINE
1 / 29
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
IK KEN AL
de getalle tot en met 100 opnemen
de getalle tot en met 100 opnemen
SÍ
MÁS O MENOS
NO SÉ
NO
Slide 5 - Sondage
IK KEN AL
het onregelmatige werkwoord ser (zijn) vervoegen
het onregelmatige werkwoord ser (zijn) vervoegen
SÍ
MÁS O MENOS
NO SÉ
NO
Slide 6 - Sondage
IK KEN AL
het onregelmatige werkwoord tener (hebben) vervoegen
het onregelmatige werkwoord tener (hebben) vervoegen
SÍ
MÁS O MENOS
NO SÉ
NO
Slide 7 - Sondage
IK KEN AL
he bijvoeglijk naamwoord gebruiken
he bijvoeglijk naamwoord gebruiken
SÍ
MÁS O MENOS
NO SÉ
NO
Slide 8 - Sondage
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
1
In welk deel van Spanje ligt Navarra?
In welk deel van Spanje ligt Navarra?
A
Norte
B
Sur
C
Este
D
Oeste
Slide 13 - Quiz
1
Aan welke Spaanse comunidades grenst Navarra? Noem er drie.
Aan welke Spaanse comunidades grenst Navarra? Noem er drie.
A
País Vasco
B
Aragón
C
La Rioja
D
Cantabria
Slide 14 - Quiz
Kijk naar deze foto's van Spanje. Welke foto is genomen in Pamplona?
A
izquierda
B
centro
C
derecha
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
In welke twee landen liggen de Pyreneeën?
A
Italia y Francia
B
España y Portugal
C
Navarra y Francia
D
España y Francia
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
2
Benoem 3 verschillen tussen school
in Spanje en school in Nederland
Benoem 3 verschillen tussen school
in Spanje en school in Nederland
Slide 19 - Question ouverte
Wat is de Spaanse woord voor de middelbare school?
Slide 20 - Question ouverte
Lees de titel
Over wie gaat deze tekst?
Over wie gaat deze tekst?
WB PG 6 - 3A
Slide 21 - Question ouverte
Waar zijn zij nu?
WB PG 6 - 3A
Slide 22 - Question ouverte
WB PG 7 - 3B 1-2
1. Flor vraagt:
2. Esteban zegt:
¿Cómo te llamas?
¿Dónde vives?
Estoy en el segundo curso, en la clase 2A
Estoy en el segundo curso, en la clase 3A
Slide 23 - Question de remorquage
WB PG 7 - 3B 3-4
3. Flor vraagt:
4. Esteban zegt:
¿Quién es el profesor de matemáticas?
¿Quién es el profesor de historia?
La profe de educación física es muy estricta.
La profe de educación física es muy amable.
Slide 24 - Question de remorquage
Luister opnieuw: verdadero (waar) of falso (niet waar)
WB PG 7 - 4
1. Flor zit in de derde klas van de middelbare school.
2. Esteban zit in een andere klas.
3. De eerste les is op de eerste verdieping.
4. Meneer Márquez Sánchez is de leraar geschiedenis.
5. De gymlerares is streng.
6. De lessen beginnen om acht uur.
Slide 25 - Question de remorquage
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
PLAK HIER DE FOTO VAN
5 A/B/C/D
5 A/B/C/D
