week 3 les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vandaag:

Weektaakcontrole 2.9  1/m8 en 10 t/m 12 ( Magister hv)

Herhalen 2.8

Mijn favoriete sporten zijn tennis en skiën. Welke woordsoort is sporten?

Bijvoeglijk naamwoord

Noemt een eigenschap of een kenmerk van een zelfstandig naamwoord

Een lekkere koek, de snelle auto

Bijvoeglijk naamwoord

• Staat meestal VOOR een zelfstandig naamwoord, maar soms ook LOS                                                                                                                De spannende film. De film was spannend.  
• Soms met een -e, soms zonder -e                                                   Een nieuw huis, het nieuwe huis, de nieuwe huizen

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden

Eindigen meestal op -en

De gouden ring

het houten hek

de plastic tas

Voorzetsel (vz)

Voor de kast, of voor de vakantie 

Onder, boven, naast, in, tegen, op, aan de kast

In, tijdens, vanwege, gedurende de vakantie 

Je vindt een voorzetsel:

1. Aan het begin van een zinsdeel:

Marvin/springt/ in de gymzaal/over het paard.

2. Aan het begin van een deel van en zinsdeel:

Op het dak van het huis/lagen/honderd zonnepanelen

Wegens de sluiting van zwembaden op last van de gemeentes is de populariteit van zwemmen in de voorbije jaren flink afgenomen.

Gouden ringen
De ringen zijn ........

plastic bekers
de bekers zijn.....

 Welke populaire sporten vind je in Nederland?

Maak nu 

Test jezelf 1.8 en 2.8

al af?

Ga dan de theorie herhalen van paragraaf 1.8 en 2.8

Huiswerk voor morgen:  Afmaken Test Jezelf 1.8 en 2.8