Latijn Disco les 4 en 5 woordjes overhoren

errare
A
(rond)zwerven, dwalen
B
naderen
C
onderzoeken, inspecteren
D
binnengaan, binnenkomen
1 / 29
suivant
Slide 1: Quiz
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

errare
A
(rond)zwerven, dwalen
B
naderen
C
onderzoeken, inspecteren
D
binnengaan, binnenkomen

Slide 1 - Quiz

inter (+ acc.)
A
naar, ... in
B
over, door ... heen
C
onder(in)
D
tussen, te midden van

Slide 2 - Quiz

amica
A
paard
B
koningin
C
besluit, plan
D
vriendin

Slide 3 - Quiz

Wat betekent 'dividere'?

Slide 4 - Question ouverte

Plutonem is de acc. van...

Slide 5 - Question ouverte

appropinquare
A
(rond)zwerven, dwalen
B
naderen
C
onderzoeken, inspecteren
D
binnengaan, binnenkomen

Slide 6 - Quiz

in (+ acc.)
A
naar, ... in
B
over, door ... heen
C
onder(in)
D
tussen, te midden van

Slide 7 - Quiz

regina
A
paard
B
koningin
C
besluit, plan
D
vriendin

Slide 8 - Quiz

Wat betekent 'sedere'?

Slide 9 - Question ouverte

intrare
A
(rond)zwerven, dwalen
B
naderen
C
onderzoeken, inspecteren
D
binnengaan, binnenkomen

Slide 10 - Quiz

per (+ acc.)
A
naar, ... in
B
over, door ... heen
C
onder(in)
D
tussen, te midden van

Slide 11 - Quiz

Iovem is de acc. van...

Slide 12 - Question ouverte

consilium
A
paard
B
koningin
C
besluit, plan
D
vriendin

Slide 13 - Quiz

Wat betekent 'trahere'?

Slide 14 - Question ouverte

explorare
A
(rond)zwerven, dwalen
B
naderen
C
onderzoeken, inspecteren
D
binnengaan, binnenkomen

Slide 15 - Quiz

sub (+ acc.)
A
naar, ... in
B
over, door ... heen
C
onder(in)
D
tussen, te midden van

Slide 16 - Quiz

equus
A
paard
B
koningin
C
besluit, plan
D
vriendin

Slide 17 - Quiz

Wat betekent 'audire'?

Slide 18 - Question ouverte

capere
A
zorgen (voor)
B
nemen
C
teruggeven
D
helpen

Slide 19 - Quiz

proberen
vluchten
lachen
verzamelen
roven
vrezen, bang zijn voor
zien
temptare
fugere
ridere
legere
rapere
timere
videre

Slide 20 - Question de remorquage

curare
A
zorgen (voor)
B
nemen
C
teruggeven
D
helpen

Slide 21 - Quiz

maar
nu
want
vervolgens
zes
meteen
toen, dan
statim
deinde
sex
tum
sed
nunc
nam

Slide 22 - Question de remorquage

iuvare
A
zorgen (voor)
B
nemen
C
teruggeven
D
helpen

Slide 23 - Quiz

Wat betekent fugere?

Slide 24 - Question ouverte

reddere
A
zorgen (voor)
B
nemen
C
teruggeven
D
helpen

Slide 25 - Quiz

Iovem is de acc. van ...?

Slide 26 - Question ouverte

acc. is voor het/de .... ?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
persoonsvorm

Slide 27 - Quiz

nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
*
groep 1
groep 2
groep 3
Zet de uitgang op de juist plek
i
am
em
es
es
us
as
um
os
ae
a

Slide 28 - Question de remorquage

nom. is voor het/de .... ?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
persoonsvorm

Slide 29 - Quiz