§6.1 Sporen uit de ijstijd deel 1

Hoofdstuk 6: 
Landschap in je eigen
omgeving
§6.1 Sporen uit de ijstijd deel 1
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6: 
Landschap in je eigen
omgeving
§6.1 Sporen uit de ijstijd deel 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen van deze les
  1. In welke tijdvak leven we nu?
  2. Wat is het verschil tussen een glaciaal en een interglaciaal?
  3. In welke ijstijd lag Nederland gedeeltelijk onder het ijs?
  4. Wanneer en hoe zijn er rivierafzettingen neergelegd in Nederland?
  5. Hoe wordt het schommelen van de afvoer van de rivier genoemd?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
 

Slide 3 - Diapositive

Beschrijving van de openingsfoto



Slide 4 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

IJstijd op de kaart

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geologische tijdschaal
  • Geschatte ouderdom van de aarde is 4,5 miljard.

  • Verdeling in tijdperken, perioden en tijdvakken.

  • We leven nu in het de periode Kwartair, tijdvak Holoceen.
Nu
4,5 mi
geleden

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pleistoceen
Geologisch tijdvak vanaf 
2,5 miljoen jaar tot 12.000 jaar geleden. 

Het Pleistoceen had meer dan 20 ijstijden:
  • koude perioden: ijstijden (glacialen)
  • warme perioden: tussenijstijd (interglaciaal)
glaciaal

interglaciaal
glaciaal

interglaciaal
glaciaal

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boren in het ijs

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Data uit het ijskernen

Welk verband is er tussen CO2 en Temperatuur?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens ijstijd
  • Erg koud: alleen in de zomer boven nul.
  • Meeste neerslag valt als sneeuw.
  • Meer landijs         lagere zeespiegel waar door de Noordzee droog valt.

  • Gletsjers Scandinavië breiden uit tot Nederland. 
  • De ijskap is 2.5 tot 3 km, uitlopers zijn minder dik! 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

IJstijden in Nederland
Tijdens de meeste ijstijden bleef Nederland ‘ijsvrij’. 

Landijs soms wel dicht in de buurt.  
Koud klimaat en toendralandschap.
Weichselien ijstijd
Laatste ijstijd
20.000 jaar geleden
Saale ijstijd
Een na laatste ijstijd
150.000 jaar geleden

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afzettingen tijdens het Pleistoceen
  • Zand en grind (fluviatiel)

  • Keileem (glaciaal)

  • Stuwwallen (glaciaal 

  • dekzand en löss (eolisch)
Vlechtende rivieren en regiem
Zomer:  
Snelstromend en heel breed door veel smeltwater. 
Vele ondiepe waterlopen door verstopte beddingen = vlechtende rivier. 

Winter: 
Bijna geen water door lage temperaturen.

Het verschil in waterafvoer tussen de zomer en de winter = regiem. De afvoer schommelt heel erg per seizoen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke geologische periode
leven we nu?
A
Pleistoceen
B
Holoceen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de tijd in de geologische tijdsschaal waarin er ijstijden waren?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het Pleistoceen en wat heeft dat met glacialen te maken?
A
Het Pleistoceen is een geologisch tijdperk met alleen warme tijden
B
Het Pleistoceen startte 10.000 jaar geleden tot nu met ijstijden
C
Het Pleistoceen is een interglaciaal van 200.000 jaar geleden
D
Het Pleistoceen is een geologisch tijdperk met glacialen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke ijstijd kwam het IJs tot in NL
A
Saalien (1 na laatste ijstijd)
B
Weichsaalien (laatste ijstijd)

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een glaciaal en een interglaciaal?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurde met de zeespiegel in de IJstijd?
A
De zeespiegel steeg
B
De zeespiegel daalde

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de namen op de goede plek
Saalien
Weichselien

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke ijstijd zijn de stuwwallen gevormd?
A
De Laatste ijstijd
B
De eerste ijstijd
C
De voorlaatste ijstijd
D
Het is niet gevormd tijdens een ijstijd

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn sporen van de ijstijd?
A
Eindmorenen, U-dalen en veel bergmeren.
B
Eindmorenen, V-dalen en veel bergmeren.
C
Firnbekkens, U-dalen en veel bergmeren.
D
Firnbekkens, V-dalen en veel bergmeren

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurde er met de zeespiegel na afloop van de ijstijd?
A
De zeespiegel werd lager.
B
De zeespiegel werd hoger.
C
De zeespiegel bleef hetzelfde.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions