paragraaf 4.1

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

4 VWO

verhoudingsformules van zouten

Starten met voorkennis

Hoeveel elektronen heeft natrium in de buitenste schil

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Natrium is een...

1. niet-metaal
2. metaal
3. zout
4. moleculaire stof

Hoeveel elektronen heeft chloor in de buitenste schil?

1. -2
2. 6
3. 7
4. 2-

chloor is een .....

1. niet-metaal
2. metaal
3. zout
4. moleculaire stof

Ionbinding 

Een ionbinding is de aantrekkingskracht positief en een negatief geladen deeltje. 

Een metaal staat elektronen af (zodat de schil daarvoor vol zit) een niet-metaal neemt elektronen op (zodat die schil vol zit)

Voorbeeld: natriumchloride

Natrium is een metaal en heeft 1 elektron in de buitenste schil

Chloor is een niet-metaal en heeft 7 elektronen in de buitenste schil.Natrium staat een elektron af en wordt een natriumion (een geladen deeltje heet een ion) Na⁺ 

Chloor neemt een elektron op en wordt een chloride ion: Cl^- 

^{verhoudingsformule NaCl}

Geef de verhoudingsformule van
natriumjodide

1. NaI
2. Na2I

Zelf oefenen:

Calciumchloride

Aluminiumchloride

Natriumsulfaat

Calciumsulfaat

Aluminiumsulfaat

Zelf oefenen antwoorden:

Calciumchloride Ca²⁺Cl^- ₂          CaCl₂

Aluminiumchloride Al³⁺Cl^-₂       AlCl₃

Natriumsulfaat Na⁺₂SO₄^2-              Na₂SO₄

Calciumsulfaat Ca²⁺SO₄ ^2-          CaSO₄

Aluminiumsulfaat Al³⁺₂(SO₄^2-)₃        Al₂(SO₄)₃