Spelling Blok 2 (1/3)

Welkom!

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

- Terugblik (5')

- Lesdoelen doornemen (2')

- Instructie (5')

- Zelf aan de slag (20')

- De grote spellingtest (10')

- Evaluatie (5')

Slide 2 - Diapositive

Terugblik (5')
- Wat hebben we de vorige les behandeld?

- Wie heeft er al een leesboek?

- Ga op tijd naar de mediatheek / bibliotheek!

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ...kun je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (t.t.) vervoegen
  • ...kun je de persoonsvorm verleden tijd (v.t.) vervoegen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Voorbeeld 
Fietsen, stam = fiets, 's' komt voor in 't ex-kofschip, dus de verleden tijd is fietste

kammen, stam= kam, 'm' komt niet voor in 't ex-kofschip, dus de verleden tijd is kamde 

Slide 6 - Diapositive

Zelf aan de slag!
  • Kijk je huiswerk na (20 t/m 23) 
  • Maak de herhalingsoefeningen (minimaal 4) over de pv t.t. én de pv v.t. 
  • Je mag zelf weten waar je mee begint.
  • Snap je het? Maak dan de plusopdrachten.
  • Extra uitleg nodig? Bekijk de instructiefilmpjes.     LET OP: alléén met oortjes in!


timer
20:00

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Extra oefening 
1. De verleden tijd van sterke werkwoorden: oefening 1 & oefening 2
PV VT
Lees de theorie op blz. 72 - 73

Slide 10 - Diapositive

Plusopdrachten
Zoek uit waar het ezelsbruggetje 't ex-kofschip vandaan komt. 




De medeklinkers in ’t ex-kofschip zijn niet zomaar een samenraapsel van willekeurige letters: deze medeklinkers zijn met een reden gekozen. Waarom zit de b niet erin, of de z? Jij gaat dit uitzoeken en geeft er zo veel mogelijk uitleg en voorbeelden bij. 

  • Werk de opdracht uit in Word of PowerPoint en deel dit met mij in OneDrive. 

Slide 12 - Diapositive

Plusopdrachten
Vergelijk verschillende soorten uitleg en geef je mening.



Op internet staat op heel veel verschillende websites werkwoordspelling uitgelegd. Zoek minstens vier keer de uitleg en zet ze op volgorde: welke vind je het duidelijkst en welke het minst duidelijke? Leg uit waarom elke uitleg duidelijk/onduidelijk, handig/onhandig, volledig of niet is. Geef je mening zo duidelijk mogelijk.
  • Werk je opdracht uit in Word of PowerPoint en deel dit met mij in OneDrive.

Slide 13 - Diapositive

Evaluatie:
1. Wat vond je van deze lesvorm?
2. Welke opdrachten heb je gemaakt?
3. Waar heb je nog hulp bij nodig?

Slide 14 - Question ouverte