Energie

Energie
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
Themagericht werkenBuitengewoon secundair onderwijs

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Energie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij energie?

Slide 2 - Carte mentale

Zonder energie blijft alle stilstaan. De wind waait door energie, de rivier stroomt door energie, apparaten werken door energie en jij kan heel hard rennen door energie.

Energie...

... wordt gebruikt om dingen te laten werken, te veranderen.

... is bijna alles om ons heen.

... bestaat in heel veel vormen.



Slide 3 - Diapositive

Energie is belangrijk!
Zonder energie werkt er niks!
Er wonen steeds meer mensen in steden, dus ook steeds meer nodig.
Hoe krijg je in het dagelijks leven
te maken met energie?

Slide 4 - Carte mentale

licht, beweging, warmte
Welke voordelen zijn er verbonden aan energie in ons dagelijks leven?

Slide 5 - Question ouverte

Heel wat taken/werken moeten niet meer met de hand gebeuren

eenvoudig verplaatsen

comfortabel werken, leren, wonen

bepaalde bronnen geraken nooit op, ze zijn er altijd
Welke nadelen zijn verbonden aan energie in ons dagelijks leven?

Slide 6 - Question ouverte

sommige brandstoffen geraken op

komen schadelijke stoffen vrij tijdens het verbranden van energie (kolen, aardgas...) (= broeikaseffect)

Slide 7 - Diapositive

chemische energie,
elektrische energie,
stralingsenergie,
warmte-energie,
bewegingsenergie.
Quiz: energieverbruik
In de volgende quiz worden apparaten gegeven, duid aan waar de energie voor gebruikt wordt (meer antwoorden mogelijk):

vb. Wekkerradio --> licht, geluid
vb. Koffiezet --> warmte, licht


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In wat wordt de energie omgezet in:
een radio
A
Beweging
B
Warmte
C
Licht
D
Geluid

Slide 9 - Quiz

geluid, licht
In wat wordt de energie omgezet in:
een lamp
A
Beweging
B
Warmte
C
Licht
D
Geluid

Slide 10 - Quiz

licht, warmte
In wat wordt de energie omgezet in:
een wasmachine
A
Beweging
B
Warmte
C
Licht
D
Geluid

Slide 11 - Quiz

beweging, warmte, licht, geluid
In wat wordt de energie omgezet in:
een strijkijzer
A
Beweging
B
Warmte
C
Licht
D
Geluid

Slide 12 - Quiz

licht, warmte
In wat wordt de energie omgezet in:
een oven
A
Beweging
B
Warmte
C
Licht
D
Geluid

Slide 13 - Quiz

warmte, licht, beweging, geluid
Energiebronnen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Fossiele brandstoffen

= versteende resten van dieren en planten.

=  kunnen opraken.

= zijn schadelijk voor het milieu.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voorbeelden van fossiele brandstoffen ken jij?

Slide 17 - Carte mentale

Steenkool
Aardolie
Aardgas

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Duurzame energie

= Hernieuwbare of  groene energie

= energie afkomstig van natuurlijke bronnen die constant worden aangevuld. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voorbeelden van duurzame
energie ken je?

Slide 21 - Carte mentale

Windenergie
Zonne-energie
Aardwarmte
Waterkracht

3. Nucleaire energie

= energie die vrijkomt bij nucleaire reacties.

= wordt vaak gebruikt in kerncentrales.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ken je nog andere energiebronnen?
(Denk aan heel dagdagelijkse dingen)

Slide 25 - Carte mentale

Hout (vuur)
batterij
dynamo
Voedsel
Pellets


Heb jij al ooit gehoord van het broeikaseffect?
A
Ja, ik weet ook wat het is.
B
Ja, maar eigenlijk geen idee wat het is.
C
Nee, maar ik ben wel benieuwd.
D
Nee, het boeit me niks!

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Broeikaseffect

Het broeikaseffect is een natuurlijk proces waarbij bepaalde gassen in de atmosfeer de warmte van de zon vasthouden. 

Dit zorgt ervoor dat de aarde warm genoeg is om te leven.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke vs versterkte broeikaseffect
Natuurlijk broeikaseffect
Versterkte broeikaseffect
= Belangrijk voor ons leven.
= veroorzaakt door de mens.

= stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijke gassen 
Koolstofdioxide (CO2): vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen zoals olie, gas en steenkool.


Methaan (CH4): Vrijgekomen bij landbouw en bij het ontbinden van organisch materiaal (=verrotten)

Stikstofoxiden (N2O): Veroorzaakt door landbouwgewassen en industrieel gebruik, maar ook door het verbranden van fossiele brandstoffen.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ziet er dat uit in cijfers?
Plaats ze in de volgorde van het meeste naar het minste:
1. Gebouwde omgeving, 2. transport 3. energiecentrales
4. Industrie 5. Uitstoot voedselsystemen

Slide 30 - Question ouverte

25 % => door energiecentrales die met behulp van fossiele brandstoffen energie produceren
24% => uitstoot uit ons voedelsysteem. (verbouwen landbouwproducten, houden van vee, ontbossing,
• 21%= industrie (vb. verwerken van afval, maken van staal, plastic, cement)
• 14% = transport
• 6% = gebouwde omgeving (koken, warm water maken..)
• 10 % = overig
Wat zijn gevolgen van het versterkte broeikaseffect?

Slide 31 - Carte mentale

Klimaatverandering: Veranderingen in weerpatronen, waaronder meer extreme weersomstandigheden (hittegolven, overstromingen, droogtes).
Zeespiegelstijging: Door het smelten van gletsjers en ijskappen stijgt de zeespiegel, wat invloed heeft op kustgebieden.
Impact op ecosystemen: Veranderingen in klimaten kunnen leiden tot het verlies van biodiversiteit en veranderingen in leefgebieden voor veel dieren en planten.
Wat kunnen we doen om de gevolgen van het versterkte broeikaseffect te verminderen?

Slide 32 - Carte mentale

Verminderen van energieverbruik: Aansporen om energiezuiniger te zijn, zoals het gebruiken van LED-verlichting en energiezuinige apparaten.
Duurzaam vervoer: Aanmoedigen van fietsen, wandelen of het gebruik van openbaar vervoer in plaats van auto’s.
Beperken van afval: Recycling en het verminderen van plastic gebruik kunnen helpen om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen.
Kennis verspreiden: Leerlingen kunnen vrienden en familie informeren over het broeikaseffect en het belang van milieuvriendelijke keuzes.
Bomen planten
--> CO2 verlagen
zakjes mee nr de winkel nemen = plastiek verminderen
Energieverspilling
= Wanneer energie wordt geproduceerd, maar niet (nuttig) wordt gebruikt.

= Negatief effect op milieu en financieel vlak


Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan jij voorbeelden geven van energieverspilling?
(Tip: zit in heel kleine dingen)

Slide 34 - Carte mentale

Licht laten branden
verwarming opzetten als je niet thuis bent
kerstboom heel de dag laten branden
lege frigo
afwasmachine maar halfvol opzetten
voedsel weggooien
onnuttig transport
Stand-by apparaten
Oudere apparaten
Ongeïsoleerde woningen
Teveel water verwarmen
Overmatig gebruik van de droger 
Vergeten apparaten in de oplader: 
Tips om energie te besparen

  • Zet apparaten uit wanneer ze niet worden gebruikt.
  • Gebruik energiezuinige apparaten en lampen (= hoog energielabel).
  •  Verwarm of koel efficiënt.
  • Gebruik timer en sensoren.
  • Was op lagere temperaturen.
  • Kook bewust: deksels op pannen 
  • Regelmatig onderhoud van apparaten
  • => Bewust leven: Wees je bewust van je energieverbruik en probeer energieverspillende gewoonten te verminderen, zoals het licht aan laten als je een kamer verlaat.










Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Watt is zuinig?
#quiztime!

Groen = Dit is energiezuiging!  
Oranje = ik twijfel.. 
Rood = Dit is totaal niet energiezuinig!

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In huis staat de verwarming aan. Ik heb het veel te warm en doe mijn trui uit
A
Groen
B
Oranje
C
Rood

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

We verwarmen het huis van boven tot onder omdat ik de deuren steeds vergeet toe te doen.
A
Groen
B
Oranje
C
Rood

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

's Avonds sluiten we de gordijnen als de verwarming aanstaat.
A
Groen
B
Oranje
C
Rood

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de inkom van het appartement moet je steeds opnieuw het licht aanzetten, want na enkele minuten gaat het zelf weer uit.
A
Groen
B
Oranje
C
Rood

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kook twee eieren in 3 liter water.
A
Groen
B
Oranje
C
Rood

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Cijfers op de teller
Elektrische apparaten gebruiken stroom.

Hoeveel energie een apparaat elk uur gebruikt, wordt aangegeven met de eenheid WATT.

Meestal staat er het volgende op apparaten:
kWh = kiloWatt/uur

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke energieleveranciers ken jij?

Slide 44 - Carte mentale

Engie. Actief in. Wallonië, Vlaanderen, Brussel. ...
Luminus. Actief in. Wallonië, Vlaanderen. ...
TotalEnergies. Actief in. Wallonië, Vlaanderen, Brussel. ...
Eneco. Actief in. Wallonië, Vlaanderen. ...
Mega. Actief in. ...
Octa+ Actief in. ...
Energie.be. Actief in. ...
Elegant. Actief in.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De energiefactuur
De afrekeningsfactuur=  Rekent een bepaalde periode (van meestal 1 jaar) af en wordt opgesteld na je jaarlijkse meteropname. 
De voorschotfactuur= Deze maandelijkse voorschotbetaling helpt je afrekeningsfactuur zo dicht mogelijk bij nul te brengen.
De correctiefactuur= (een deel van) de factuur wordt teruggedraaid. Hiervoor krijg je eventueel een terugbetaling. 


Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1 = Persoonlijke gegevens
2= DATS 24 - gegevens
3= Algemene overzicht:
• periode factuur 
• Het te betalen bedrag voor gas 
• Het al gefactureerde voorschotbedrag.
4= Verbruiks-gegevens  per product


5= Meterstanden
6=Betalings-informatie
• Het openstaande bedrag
• De vervaldatum
• Het rekeningnummer van DATS 24
• De gestructureerde mededeling
7= Nieuwe voorschotbedrag

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Diapositive

Klantnummer:
Voor welke periode is deze factuur?
Hoeveel moet hij betalen?
Hoeveel kWh heeft hij in totaal verbruikt?

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions