a5v.gs1 HC 2.3 De erfenis van de Verlichting

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

HC 2.3 De erfenis van de verlichting

Eerst: samen opdracht 11 (blz. 294) maken

Wat was een besluit van Europese naties op het
Congres van Wenen (1814-1815)?

1. Napoléon moest verslagen worden
2. Er moest een machtsevenwicht komen
3. Nederland en België moesten gescheiden worden
4. Er moest meer democratie komen in Europa

Dankzij de Restauratie werd de oude orde in Europa zoveel mogelijk hersteld. Toch werden de democratische revoluties niet helemaal weggepoetst. Leg dit uit.

Sociale kwestie

Wat was geen speerpunt van
het liberalisme?

1. Afschaffing censuskiesrecht
2. Vrijheid van individu tegenover de overheid
3. Economische vrijheid
4. Beperken macht koningen

De Belgische afscheiding: wat hoort waar?

Noord-Nederland (nu: Nederland)

Zuid-Nederland (nu: België)

Overwegend protestant

Overwegend katholiek

Nederlands- en Franstalig

Nederlandstalig

Handel en landbouw

Industrie

Boze liberalen

Autoritaire koning

Wat was geen gevolg van de Grondwet van Thorbecke (1848)?

1. Vergroting macht parlement
2. Algemeen kiesrecht
3. Leden Tweede Kamer direct gekozen
4. Inperking macht koning

Uit het handboek: "Het nationalisme kwam dus voort uit de Verlichting en de Franse Revolutie, maar zette zich tegelijkertijd af tegen het rationele karakter daarvan". Leg dit uit.

Welke stroming was de drijvende kracht achter de de Italiaanse eenwording (1861-1870)?

1. Confessionalisme
2. Liberalisme
3. Nationalisme
4. Conservatisme

"De heersende klasse onderdrukt de bezitloze klasse." Dit is een typische uitspraak van een..

1. Socialist
2. Liberaal
3. Nationalist
4. Feminist

Anarchisme

Communisme

Sociaaldemocratie

Extreem gewelddadig, tegen elke vorm van overheidsgezag

Hervormingen, geen revolutie

Omverwerping kapitalistische orde middels gewelddadige revolutie

Leg uit hoe de sociale kwestie bijdroeg aan de opkomst van feminisme.

Conservatieven legden veel nadruk op traditionele normen en waarden.

Waar

Niet waar

Wat hield de christelijk-sociale politiek van confessionelen in?

1. Afschaffing kapitalisme
2. Economie onder totale controle christelijke overheid
3. Confessionelen moesten altijd samenwerken met socialisten
4. Uitbuiting arbeiders moest uit naastenliefde stoppen

Leidende vraag HC 2.3: in welke mate bepaalden verlichtingsideeën de politieke cultuur in Europa (1813-1900)?

Kenmerkende aspecten-opdracht

Kies één van de kenmerkende aspecten van HC 2.3 en ga in de stof op zoek naar een voorbeeld. Schrijf dit voorbeeld uit!