Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welcome
Slide 1 - Diapositive
What do you need?
- iPad
- binder
- pen
- ear-/headphones
Slide 2 - Diapositive
Today's special
- Absenten controle
- Toetsplanning
- Herhaling grammar
- Exercises
- Homework
Slide 3 - Diapositive
Toetsplanning M2A
- maandag 11 februari (S.O.) vocab en stones van theme 2 - maandag 18 februari (P.W.) vocab, stones en grammatica van theme 2 + alle onregelmatige werkwoorden
Slide 4 - Diapositive
Herhaling
much / many (a) little / (a) few
Slide 5 - Diapositive
much / many / (a) little / (a) few
much / many = veel
Much
niet telbaar, geen meervoud van maken
begrippen, poedertjes, vloeistoffen en gassen
Many > telbaar, je kunt er meervoud van maken
Slide 6 - Diapositive
much / many / (a) little / (a) few
little / few = weinig
little
niet telbaar, geen meervoud van maken
begrippen, poedertjes, vloeistoffenen gassen
few > telbaar, je kunt er meervoud van maken
Slide 7 - Diapositive
much / many / (a) little / (a) few
a little = een beetje niet telbaar, geen meervoud van maken begrippen, poedertjes, vloeistoffenen gassen a few = een paar telbaar, je kunt er meervoud van maken
Slide 8 - Diapositive
much / many / (a) little / (a) few
a lot of / lots of Vaak in plaats van much of many
Slide 9 - Diapositive
bijvoeglijk naamwoord <> bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord Zegt iets over een zelfstandig naamwoord Het geeft antwoord op de vraag 'Wat voor ... ?' Bijwoord
Zegt iets over een werkwoord
Het geeft antwoord op de vraag 'Hoe ... ?'
Bijwoord = bijvoeglijk naamwoord +ly
Slide 10 - Diapositive
Exercises
Workbook
Page: 43 + 44
Exercises: 25 + 26
Slide 11 - Diapositive
Exercise 25
1. much 2. Few 3. Lots of 4. many 5. many 6. a few 7. many 8. little
Slide 12 - Diapositive
Exercise 26
1. many / lots of / a lot of 2. much / lots of / a lot of 3. many / lots of / a lot of 4. many / lots of / a lot of 5. a few 6. a little 7. a few 8. much / lots of / a lot of
Slide 13 - Diapositive
Exercises
Workbook
Page: 36 + 37
Exercises: 13 + 14
Slide 14 - Diapositive
Exercise 14
1. good 2. quickly 3. easily 4. well 5. angry 6. horrible (feel!) 7. fantastically