much, many, a little, a few

Herhaling
much / many
(a) little / (a) few

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling
much / many
(a) little / (a) few

Slide 1 - Diapositive

Grammar
much / many
(a) little / (a) few

Slide 2 - Diapositive

much / many / (a) little / (a) few
                        much / many = veel

Much > niet telbaar, geen meervoud van maken
              begrippen, poedertjes en vloeistoffen

Many > telbaar, je kunt er meervoud van maken

Slide 3 - Diapositive

much / many / (a) little / (a) few
                       little / few = weinig

little > niet telbaar, geen meervoud van maken
             begrippen, poedertjes en vloeistoffen

few > telbaar, je kunt er meervoud van maken

Slide 4 - Diapositive

much / many / (a) little / (a) few
a little = een beetje
niet telbaar, geen meervoud van maken
begrippen, poedertjes en vloeistoffen

a few = paar
telbaar, je kunt er meervoud van maken


Slide 5 - Diapositive




telbaar
of
niet telbaar?

Slide 6 - Diapositive

1. friends
A
telbaar
B
niet telbaar

Slide 7 - Quiz

2. people
A
telbaar
B
niet telbaar

Slide 8 - Quiz

3. milk
A
telbaar
B
niet telbaar

Slide 9 - Quiz

4. fish
A
telbaar
B
niet telbaar

Slide 10 - Quiz

5. sugar
A
telbaar
B
niet telbaar

Slide 11 - Quiz

6. money
A
telbaar
B
niet telbaar

Slide 12 - Quiz

7. glasses of water
A
telbaar
B
niet telbaar

Slide 13 - Quiz

8. pepper
A
telbaar
B
niet telbaar

Slide 14 - Quiz

9. sugarcubes
A
telbaar
B
niet telbaar

Slide 15 - Quiz

10. drops of water
A
telbaar
B
niet telbaar

Slide 16 - Quiz

K: Watching
- Watch the video on the interactive board
- Answer the questions
page 45 exercise 27+28
- Write down the answers in your binder

Slide 17 - Diapositive

K: Watching


Slide 18 - Diapositive

28.1
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

28.2
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

28.3
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

28.4
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Ik ben ...
A
gek
B
aardig

Slide 23 - Quiz

28.5
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Homework
- Leren:
   - Vocab A (22 words)
   - Vocab B (16 words)
   - Vocab C (16 words)
   - Vocab D (8 words)
   - Vocab G (19 words)
   - Vocab H (21 words)
   - Vocab I (3 words)
   - Stone 4 (14 sentences)
   - Stone 5 (8 sentences)
   - Stone 6 (14 sentences)

 

105 words
36 sentences
S.O.
Onregelmatige Werkwoorden


to hide t/m to write

woensdag 13 december
(16 dagen)


Grammar
bijwoord - bijvoeglijk nw
much, many, etc.

Slide 26 - Diapositive

Thanks for your attention









Slide 27 - Diapositive