De driehoek van Communicatie

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1,4

De driehoek van Communicatie

1. Passief: 

Mensen vermijden conflicten en stellen zich onderdanig op. Ze respecteren de wensen van anderen, maar vergeten zichzelf.  

2. Agressief: 

mensen uiten hun mening op een dominante en vijandige manier, zonder rekening te houden met anderen.

3. Assertief: 

Mensen komen op voor hun eigen mening en behoeften, ,et respect voor de gevoelens en meningen van anderen.

Passief, agressief en assertief gedrag

1. Passief: 

Mensen vermijden conflicten en stellen zich onderdanig op. Ze respecteren de wensen van anderen, maar vergeten zichzelf. 

Situatie 1

Je hebt op de bpv een beoordelingsgesprek met je bpv begeleider. 

Er zijn dingen onduidelijk en er zijn dingen  waar je het niet mee eens bent.

Je stelt je passie op!

Hoe voelde deze communicatiestijl aan
en wat was het effect op de communicatiepartner.

2. Agressief: 

Mensen uiten hun mening op een dominante of vijandige manier, zonder rekening te houden met anderen.

Situatie 2

In een groepsopdracht neemt één student alle beslissingen en negeert de ideeën van de anderen. Er is frustratie binnen de groep en een negatieve werksfeer. 

Je reageert agressief!

Hoe voelde deze communicatiestijl aan
en wat was het effect op de communicatiepartner.

3. Assertief:

Mensen komen op voor hun eigen mening en behoeften, met respect voor de gevoelens en meningen van anderen.

Situatie 3

Er wordt door je bpv begeleider gevraagd om aan het einde van je  stage dag nog een extra klusje te doen terwijl het al 18.00 uur is en je laatste bus bijna gaat.

Je reageert assertief!

Hoe voelde deze communicatiestijl aan
en wat was het effect op de communicatiepartner.

Vragen

1. Welke communicatiestijl gebruik je het meest en waarom?
2. Hoe voelt het om assertief te zijn?
3. In welke situatie zou jij assertiever willen zijn? 

Tips voor assertiviteit in je dagelijkse leven.

1. Oefen met nee zeggen zonder schuldgevoel.
2. Stel duidelijke grenzen.
3. Gebruik de ik-boodschap
4. Vraag om hulp wg.anneer nodi 

Eén woord

Welk woord komt er in je op aan het einde van deze  les?