Nieuwsbegrip kader 1 29-9

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Mario is in 1981 bedacht door een Japanner.


A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Het verhaal in Mario gaat bijna altijd om een ontvoerde prinses die Mario moet redden.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

De games van Mario zijn vooral geliefd bij kinderen.


A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz


De games van Mario zijn moeilijk te spelen.




A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz


In de game ‘Donkey Kong’ heette Mario Jumpman.


A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Jongeren onder de 18 gamen het meest.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Welk kopje past ook bij het stukje Bedenker? Kies het beste kopje.
A
Gamehallen
B
het begin
C
het einde
D
succes

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

In r. 15 staat: Vervolgens zie je een blok met een vraagteken in de lucht.
Wat is een ander woord voor vervolgens?

A
daarna
B
daarvoor
C
ooit
D
soms

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

4. Kijk in het stukje Herkenbaar. Wat is een ander woord voor gedaante (r. 21) in dit stukje?
A
bedenker in r. 21
B
beroep in r. 24
C
gamejournalist in r. 26
D
rol in r. 21

Slide 16 - Quiz

Wat betekent ogenschijnlijk (regel 26)?
A
zoals anderen iemand zien
B
zoals blijkt uit onderzoek
C
zoals het op het eerste gezicht lijkt
D
zoals iemand zichzelf graag ziet

Slide 17 - Quiz

Lees: Een andere … mix. (r. 26-29). Wat blijkt uit deze zinnen? Kies het beste antwoord.
A
De Mario-games zijn bedoeld voor kinderen, maar omdat ze moeilijk zijn vinden volwassenen ze leuker.
B
De Mario-games zijn perfect, omdat het simpele spellen zijn die iedereen kan spelen.
C
De Mario-games zijn vooral leuk voor jonge spelers door schattige figuren en herkenbare muziekjes.
D
De Mario-games zitten zo goed in elkaar dat ze voor jongeren en volwassenen interessant zijn.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Na de zin Spelontwikkelaars hebben daarvan geleerd (r. 35) is een zin weggevallen. Die staat hieronder. Welk woord past op de open plek?
Tegenwoordig hebben grote games _____________________ werelden en verhalen.

A
gebruikelijke
B
gewone
C
handmatige
D
uitgebreide

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Lees r. 38-40: Peter … kinderen. Waarom is Peter Borghouts blij dat de Mario-games nog steeds bestaan?
A
Omdat hij een drang heeft om verder te spelen.
B
Omdat hij nog meer spullen voor zijn verzameling wil kopen.
C
Omdat hij zijn kinderen wil leren gamen.
D
Omdat hij zijn liefde voor Mario kan doorgeven aan zijn kinderen.

Slide 22 - Quiz