Woensdag

2.1 Herhaling en eerste deel 2.2
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.1 Herhaling en eerste deel 2.2

Slide 1 - Diapositive

Afmaken + nakijken
Maak opdracht 3, 4, 5 en 6

B - leerlingen bladzijde 81
K - leerlingen bladzijde 61

Slide 2 - Diapositive

Welk getal moet er onder de hand staan?
A
2
B
4
C
10
D
anders

Slide 3 - Quiz

Welk getal moet er onder de hand staan?
A
6
B
12
C
30
D
anders

Slide 4 - Quiz

Welk getal moet er onder de hand staan?

Slide 5 - Question ouverte

Welk getal moet er onder de hand staan?

Slide 6 - Question ouverte

Welk getal moet er onder de hand staan?

Slide 7 - Question ouverte

Hoeveel punten moet de Z waard zijn?
A
1
B
2
C
3
D
anders

Slide 8 - Quiz

Hoeveel punten moet de F waard zijn?
A
1
B
2
C
5
D
anders

Slide 9 - Quiz

Hoeveel punten moet de W waard zijn?

Slide 10 - Question ouverte

Hoeveel punten moet de W waard zijn?

Slide 11 - Question ouverte

Hoeveel punten moet de W waard zijn?

Slide 12 - Question ouverte

Oplossen met inklemmen
Carlos verdient €37
Carlos berekent zijn inkomsten met de woordformule
inkomsten in euro's = 2 + 3,5 x tijd in uren

Stap 1: Vergelijking opschrijven
Stap 2: Proberen
minimaal 3 keer!

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeldopdracht
Bij het gewicht van een ijsbeer hoort de woordformule

gewicht (gram) = 600 + 650 x tijd in weken
Na een aantal weken weegt de ijsbeer 3850 gram.

1. Welke vergelijking hoort hierbij?
2. Los de vergelijking op met inklemmen.



Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
B - leerlingen
Maken opdracht 17, 18, 19 en 20
bladzijde 87

K - leerlingen
Maken opdracht 15, 16, 17 en 18
Bladzijde 66

Slide 15 - Diapositive