3.1 Natuurlandschappen in Afrika

Startklaar
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Startklaar

Slide 1 - Diapositive

Startklaar (3 min)

Docent begroet leerlingen, instrueert alle leerlingen om startklaar te zijn en legt materialen klaar.

Leerlingen zorgen ervoor dat zij alle benodigde spullen op tafel hebben, jas uit, mobiel in tas. (Zorg voor een nette en georganiseerde ruimte.)
LEZEN 10 min
Lezen

Slide 2 - Diapositive

https://www.nu.nl/klimaat/6303415/al-een-jaar-recordtemperaturen-in-oceanen-tekenen-dat-opwarming-versnelt.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Vorige les
Terugblik

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige les
Terugblik
C                B                C                A        

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

      Lesdoel
Vandaag gaan we leren over verschillende factoren die het klimaat in de Verenigde Staten beïnvloeden. We zullen ontdekken hoe breedteligging, hoogteligging, windrichting, zeestromen en reliëf bepalen of een gebied warm, koud, droog of nat is. Ook kijken we naar hoe de ligging van bergen en de richting van de wind het weer beïnvloeden.

Slide 5 - Diapositive

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
      Lesdoel
Waarom denk je dat het weer in sommige delen van de Verenigde Staten anders is dan in andere delen? 

Wat zou dit kunnen veroorzaken?

Slide 6 - Diapositive

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Hoofdvraag:

Sleutelwoorden Tropisch Regenwoud - Etages - Savanne - Steppe - Woestijn - Oase 

Deelvragen:

§1 Waar liggen welke natuurlandschappen in Afrika?
§2 Wat is het verband tussen breedteligging, temperatuur en neerslag, en vegetatiezones?
§3 Hoe leven mensen in de natuurlandschappen in Afrika?
§4 Welke klimaten komen voor op aarde?








Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 8 - Diapositive

Beschrijving van de openingsfoto

Je ziet op de foto een Pingo.
Dit is een ijslens onder de grond. Doordat de ijsmassa water aantrekt groeit de pingo.

Blablabalbla


Hoofdvraag:.

Hoe bepaalt de breedteligging de ligging van klimaatgebieden en natuurlandschappen in Afrika?

Deelvragen:

§1 Waar liggen welke natuurlandschappen in Afrika?
§2 Wat is het verband tussen breedteligging, temperatuur en neerslag, en vegetatiezones?
§3 Hoe leven mensen in de natuurlandschappen in Afrika?
§4 Welke klimaten komen voor op aarde?








Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen 3.1 Natuurlandschappen in Afrika
Aan het einde van de les kan je:
Je kunt voor de natuurlandschappen in Afrika beschrijven wat hun ligging is ten opzichte van de evenaar, hoeveel en hoe lang het er regent en welke begroeiing er voorkomt.


Je kunt de ligging van de natuurlandschappen herkennen op een kaart.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie leest er ? blz 40

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie gaat er lezen blz 41

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke dieren kunnen in het tropische regenwoud worden gevonden?
A
pinguïns, papegaaien, kangoeroes, krokodillen
B
mieren, vlinders, kikkers, slangen, vogels en zoogdieren

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel verschillende soorten planten kunnen in een stukje regenwoud van 10 × 10 m worden gevonden?
A
200
B
90
C
130
D
50

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de gemiddelde temperatuur in een tropisch regenwoud?
A
25-35 °C
B
10-20 °C
C
15-25 °C
D
40-50 °C

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke dieren leven in de savanne in Afrika?
A
Pinguïns, ijsberen, walvissen en zeehonden
B
Kangoeroes, koala's, emoes en krokodillen
C
Honden, katten, muizen en vogels
D
Leeuwen, giraffen, olifanten, zebra's en antilopen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met het gras en de bomen in de droge tijd?
A
Het gras wordt geel en de bomen verliezen hun bladeren
B
Het gras wordt rood en de bomen bloeien
C
Het gras wordt groen en de bomen groeien
D
Het gras wordt wit en de bomen worden dikker

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een savanne?
A
Een woestijn met veel zand
B
Een gebied met hoge bergen en sneeuw
C
Een tropisch regenwoud in Afrika
D
Een overgangsgebied tussen bossen en grasland

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

03:40
Welke dieren zie je op de video?

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Omschrijf de bomen die je op de video ziet

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan de slag!

Lesboek 

Bladzijde 40-41

Werkboek

Bladzijde 44 (START)
opdracht 1 t/m 4
timer
15:00

Slide 22 - Diapositive

Verdiepend artikel

https://www.nationalgeographic.nl/geschiedenis-en-cultuur/2020/01/wat-de-wereld-kwijt-kan-raken-een-conflict-met-iran
Check!
Je kunt voor de natuurlandschappen in Afrika beschrijven wat hun ligging is ten opzichte van de evenaar, hoeveel en hoe lang het er regent en welke begroeiing er voorkomt.


Je kunt de ligging van de natuurlandschappen herkennen op een kaart.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk (noteer in je plenda)

Lesboek 

Bladzijde 40-41

Werkboek

Bladzijde 45-47
opdracht 1 t/m 4 en 7

Slide 24 - Diapositive

Verdiepend artikel

https://www.nationalgeographic.nl/geschiedenis-en-cultuur/2020/01/wat-de-wereld-kwijt-kan-raken-een-conflict-met-iran

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluitende foto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 26 - Diapositive

Beschrijving van de afsluitende foto
Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkennis
1. De leerlingen weten waar de Verenigde Staten ligt.

2. De leerlingen weten wat klimaat is.

3. De leerlingen weten wat reliëf is.

Slide 28 - Diapositive

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
Nieuwe stof

Slide 29 - Diapositive

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Vraag

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwe stof

Slide 31 - Diapositive

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Vraag

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwe stof

Slide 33 - Diapositive

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Vraag

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Controle van begrip:

Slide 35 - Question ouverte

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:

Slide 36 - Question ouverte

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:

Slide 37 - Question ouverte

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Controle van begrip:

Slide 38 - Question ouverte

Antwoord 1: Breedteligging beïnvloedt de hoeveelheid zonnestraling die een gebied ontvangt. Gebieden dichter bij de evenaar (zuidelijke Verenigde Staten) ontvangen meer directe zonnestraling en zijn daarom warmer, terwijl gebieden verder van de evenaar (noordelijke Verenigde Staten) minder directe zonnestraling ontvangen en kouder zijn.
Antwoord 2: Hoogteligging beïnvloedt de temperatuur doordat de temperatuur gemiddeld met ongeveer 0,6°C daalt voor elke 100 meter stijging. In bergachtige gebieden zoals de Rocky Mountains betekent dit dat hogere delen koeler zijn dan de lagere delen.
Antwoord 3: Aanlandige wind brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen aan de westkust. Aflandige wind brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen aan de oostkust.
Antwoord 4: De loefzijde van een berg is de kant waar de wind tegenaan waait en neerslag veroorzaakt doordat de lucht opstijgt en afkoelt. De lijzijde is de regenschaduwkant waar de lucht daalt en opwarmt, wat resulteert in minder neerslag en een droger klimaat.
Zelf aan de slag

Slide 39 - Diapositive

hoogte
warmer
nat, droog
Zelf aan de slag

Slide 40 - Diapositive

vochtige, droge
milder
lagere
Zelf aan de slag

Slide 41 - Diapositive

meer
kouder
barrière
     Kleine afsluiting
Breedteligging
Hoogteligging
Windrichting
Zeestromen
Reliëf
Aanlandige wind
Aflandige wind
Loefzijde
Lijzijde

Slide 42 - Diapositive

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
(Aan)tekeningen
Tekening 1.
(...)
Tekening 2.
(...)
Tekening 3.
(...)

Slide 43 - Diapositive

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan de slag

Slide 45 - Diapositive

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

     Grote afsluiting
Vandaag gaan we leren over verschillende factoren die het klimaat in de Verenigde Staten beïnvloeden. We zullen ontdekken hoe breedteligging, hoogteligging, windrichting, zeestromen en reliëf bepalen of een gebied warm, koud, droog of nat is. Ook kijken we naar hoe de ligging van bergen en de richting van de wind het weer beïnvloeden.

Slide 46 - Diapositive

Grote lesafsluiting (5 min)

De grote lesafsluiting vindt plaats aan het eind van de les, na de zelfstandige verwerking. Controleer begrip en werkhouding.

Leerlingen geven feedback over wat ze hebben geleerd en reflecteren op hun werkhouding.

Reflectiegesprek, leerlingen geven elkaar feedback
retrieval practice
https://quizlet.com/join/A5xDxSXpV?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 47 - Diapositive

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 48 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

 Vraag 1
(R) 1 punt

Slide 49 - Diapositive

Breedteligging: Invloed op zonnestraling en temperatuur, waardoor gebieden dichter bij de evenaar warmer zijn.<br>- Hoogteligging: Invloed op temperatuur, met lagere temperaturen op grotere hoogten.
Vraag 2 
(T1) 2 punten

Slide 50 - Diapositive

Aanlandige wind: Brengt vochtige lucht van de zee naar het land, wat leidt tot meer neerslag en mildere temperaturen.

Aflandige wind: Brengt droge lucht van het land naar de zee, wat resulteert in minder neerslag en grotere temperatuurschommelingen.<br>Uitleg: Aan de westkust zorgen aanlandige winden voor meer neerslag en mildere temperaturen, terwijl aan de oostkust aflandige winden droger en extremer weer kunnen veroorzaken.
Vraag 3 
(T2) 2 punten

Slide 51 - Diapositive

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Vraag 4 
(T1) 3 punten

Slide 52 - Diapositive

barrière, loef, lij