Wie is de mol?

Een schrijver heeft vaak een doel met een tekst. Welke doelen zou je als schrijver kunnen hebben?
1 / 10
suivant
Slide 1: Question ouverte

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Een schrijver heeft vaak een doel met een tekst. Welke doelen zou je als schrijver kunnen hebben?

Slide 1 - Question ouverte

Tekstdoelen
Amuseren
De schrijver wil dat je je vermaakt.
Boeken, rap, strip, cartoon, kort verhaal, mop, column.

Informeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt.
Gebruiksaanwijzing, instructie, verslag, studieboek, nieuwsbericht, tweet, achtergrondartikel, folder.
Overtuigen
De schrijver wil dat je zijn mening overneemt
Ingezonden brief, betoog, column, recensie (film/boek)
Activeren
De schrijver wil dat je iets wel/niet gaat doen.
Reclame(folder), advertentie, uitnodiging of flyer.

Slide 2 - Diapositive

Welk doel heeft de schrijver?
Een artikel in de Quest over het ontstaan van Fortnite.
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 3 - Quiz

Welk doel heeft de schrijver?
Het boek Boy7 van Mirjam Mous
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 4 - Quiz

Welk doel heeft de schrijver?
Een recensie in de krant over de nieuwste James Bondfilm
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 5 - Quiz

Welk doel heeft de schrijver?
Een artikel met 10 goede redenen om lid te worden van de sportschool
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 6 - Quiz

Wat wil de schrijver bereiken?
Je weet nu wat de vier tekstdoelen inhouden.
Een tekstdoelen staat nooit helemaal 'op zichzelf'. Wel is één tekstdoel vaak duidelijker aanwezig dan de andere. 

Het is tijd voor de volgende challenge. Jullie moeten hierbij goed samenwerken en discussiëren. Gebruik de kennis die je in de vorige lessen hebt opgedaan. Zoek alvast je team op!

Slide 7 - Diapositive

Challenge 2
Aan de slag:
1. Pak een NRC.
2. Zoek met je team elk tekstdoel minimaal 2 keer in de krant.
3. Overleg voordat je een antwoord indient. Jullie hebben 2 kansen. Verdien een joker!
Tip: gebruik deze slide om nog eens te kijken wat elke tekstdoel is.
Amuseren
De schrijver wil dat je je vermaakt.
Boeken, rap, strip, cartoon, kort verhaal, mop, column.

Informeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt.
Gebruiksaanwijzing, instructie, verslag, studieboek, nieuwsbericht, tweet, achtergrondartikel, folder.
Overtuigen
De schrijver wil dat je zijn mening overneemt
Ingezonden brief, betoog, column, recensie (film/boek)
Activeren
De schrijver wil dat je iets wel/niet gaat doen.
Reclame(folder), advertentie, uitnodiging of flyer.

Slide 8 - Diapositive

Evaluatievragen - klassengesprek
  1. Welke teksten hebben jullie gevonden en waarom passen ze goed bij de doelen?
  2. Wat ging er goed, wat ging minder goed en wat zouden jullie de volgende keer anders doen? 
  3. Welke tip zou je een volgende groep/klas willen geven bij deze challenge?

Slide 9 - Diapositive

Ik kan de vier tekstdoelen herkennen in teksten uit de krant.
010

Slide 10 - Sondage