H1 herhaling

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 1: Rekenen

Invoegen plattegrond op niveau

Leren voor wiskunde toetsen!

1. Lees de samenvatting

2. Maak de test jezelf.

3. Kijk de test jezelf na.

4. Bekijk bij de opgaven die fout gingen over welke leerdoelen/paragrafen dit ging.

5. Bekijk de theorie van deze leerdoelen opnieuw en maak hier extra opgaven over.

6. Blijf opgaven herhalen: mogelijkheden: Gemengde opgaven en oefenproefwerk (achter in het boek) 

Leren voor wiskunde

Maar het belangrijkste blijft:

hou je huiswerk bij 

en 

kijk dit goed na!!!

Voorkennis 1.0

Breuken

Denk aan: hele eruit halen, breuken vereenvoudigen.

Maak zeker opgave: V3, V5 en V8.

5=​1​​5​​

Aantekening 1.1 Verhoudingen

Bij een verhoudingstabel doe je boven iets x2 dan doe je dat beneden ook.

Is het van boven naar beneden x5, dan is dat elke keer van boven naar beneden x5.

Je kan ook reken met kruisproducten:

Deze zijn namelijk gelijk.

Opgave 3, 5 en 7.

Aantekening 1.2 Breuken

Breuken optellen of aftrekken: eerst gelijknamig maken, dan tellers optellen of aftrekken

Breuken delen is het zelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde van de twee breuk.

Denk aan vereenvoudigen en hele uit de breuk halen.

Opgave 10, 13 en 18.

Aantekening 1.3 Breuken en decimale getallen

Van breuken naar decimale getallen of omgekeerd via de GR:

Alpha y=(f1), keuze 4 

Keuze 1 om een breuk in te voeren, keuze 2 voor een breuk met een gehele ervoor.

Keuze 3 om de hele in de breuk te zetten en omgekeerd.

Deel van een geheel: breuk x geheel 

Opgave 22, 24 en 26.

Reken met procenten!

Opgave 28, 29 en 33.

Reken met procenten!

Toename van  250 met 8%

Afname van 1800 met 11%

Toename van 12% tot 1456

Afname van 290 is 58% van totaal.

Opgave 28, 29 en 33.

vervolg aantekening

Opgave 28, 29 en 33.

Aantekening 1.5 Tijden

Bij rekenen met tijden:

Goed opletten dat 0,5 minuten staat voor 30

seconden.

Opgave 37, 40 en 42.

Aantekening 1.6 Standaardvorm/Wetenschappelijke notatie

Hele grote of hele kleine getallen geeft je GR in de standaardvorm/ wetenschappelijke notatie.

Dit is in de vorm:

a is een getal van 1 t/m 9

b positief, de komma naar rechts verplaatsen (groot getal)

b negatief, de komma naar links verplaatsen (klein getal) 

De GR geeft niet aan             maar  Eb

a⋅10​b​​

10​b​​

Opgave 45, 48 en 50.

Zelf oefenen in de les

Maak de gemengde opgaven in de volgende volgorde:

54 ,55 en 53 . 

Verder oefenen met Test jezelf en oefenproefwerk!!