Lezen P4

Nieuwsberichten
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nieuwsberichten

Slide 1 - Diapositive

Welke landelijke dagbladen ken jij?

Slide 2 - Carte mentale

Zou jij bij een krant willen werken, bijvoorbeeld als journalist of als vormgever?
ja
nee
misschien

Slide 3 - Sondage

En welke kranten uit het buitenland?

Slide 4 - Carte mentale

De krant lezen: waarom en hoe?
- kennisnemen van het nieuws: wat is er gaande in de wereld?
- verkennend lezen --> alleen artikelen lezen die je wilt lezen.

Slide 5 - Diapositive

Opbouw van een nieuwsbericht
- opvallende kop (titel) en een, meestal vetgedrukte
- inleiding (in krantenjargon ‘lead’ genoemd) waarin het nieuwsfeit duidelijk wordt beschreven
-uitwerking die kort of lang kan zijn
- soms een slot

Slide 6 - Diapositive

Een titel heet in de krant een kop. Een ondertitel is dus een onderkop.
Een tussenkopje in een artikel of nieuwsbericht geeft niet altijd precies aan waar het volgende tekstgedeelte over gaat. 

Slide 7 - Diapositive

Tekstvormen 
Sportverslag 
Ingezonden brief
Recensie

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Titel in de krant
Verslaggever
vetgedrukte inleiding van een nieuwsbericht
tekst waarin de auteur een beoordeling heeft
Journalist
Kop
Lead
Recensie

Slide 10 - Question de remorquage

Tekstverbanden

Slide 11 - Diapositive

maar
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
oorzaak

Slide 12 - Quiz

namelijk
A
reden
B
oorzaak
C
gevolg
D
uitleg

Slide 13 - Quiz

Lezen tekst: Grote zorgen oorartsen
Schrijf op:
- kop, onderkop, tussenkop
- onderwerp
- hoofdgedachte
- tekst objectief of subjectief?
 - Welk tekstverband is er tussen alinea 2 en 3?
- tekstdoel
- tekstvorm

Slide 14 - Diapositive

Wat is de betekenis van kampen met...
A
problemen
B
last hebben van
C
overdrijven met
D
beeldkwaliteit

Slide 15 - Quiz

Wat is de betekenis van statussymbool
A
overdrijven
B
last hebben van
C
eenheid van geluidsintensiteit
D
teken van rijkdom

Slide 16 - Quiz

Wat is de betekenis van decibel
A
eenheid van geluidsintensiteit
B
overdrijven
C
eenheid van gezichtsherkenning
D
beeldkwaliteit

Slide 17 - Quiz

MakeDn opdrachten 
4.1 B, C en D

Slide 18 - Diapositive

Deze les
Doel les: ik kan begrippen van leesvaardigheid toepassen bij de teksten.

Slide 19 - Diapositive

Wat is het voornaamste doel van een krant?
A
instrueren
B
informeren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 20 - Quiz

Zet de onderdelen in de volgorde waarin ze in een krantenartikel voorkomen.
1
2
3
4
lead
kop
onderkop
tussenkopje

Slide 21 - Question de remorquage

Nederlandse musea kopen samen schilderij Van Gogh
Het Van Gogh Museum heeft met het Drents Museum een vroeg schilderij van Vincent van Gogh gekocht: ­Onkruid verbrandende boer uit 1883. Het doek – een van de weinige die uit deze periode bewaard zijn – zal afwisselend in beide musea te zien zijn.
Het kleine werk toont een eenzame figuur op een verlaten vlakte bij avondschemering, verlicht door een vuurtje. Van Gogh (1853-1890) schilderde het in Drenthe, waar hij in het najaar van 1883 – hij was pas een jaar aan het schilderen met olieverf en nog zoekende naar zijn stijl – bijna drie maanden verbleef en diep onder de indruk raakte van het landschap met heide en veengrond. (...)

Bron: Jan Pieter Ekker, (14 november 2019). Nederlandse musea kopen samen schilderij Van Gogh, op: www.parool.nl


Slide 22 - Diapositive

Wat is de tekstvorm?
A
sportverslag
B
ingezonden brief
C
reccensie
D
nieuwsbericht

Slide 23 - Quiz

Ken je de artiest Michael Jackson?
Ja
Nee

Slide 24 - Sondage

Slide 25 - Vidéo

Tekst lezen: Michael Jackson is 10 jaar dood en controversiëler* dan ooit
*controversieel: onderwerp van een sterk meningsverschil

Slide 26 - Diapositive

Wat is het voornaamste tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 27 - Quiz

Welk deel van de tekst vormt de inleiding?
A
eerste zin
B
eerste twee zinnen
C
geen duidelijk inleiding
D
de eerste alinea

Slide 28 - Quiz

Wat is de betekenis van tribute...
A
eerbetoon
B
complex
C
uitsluiting
D
gedenkwaardig

Slide 29 - Quiz

Wat is de betekenis van memorabel...
A
complex
B
uitsluiting
C
gedenkwaardig
D
goede naam

Slide 30 - Quiz

Wat is de betekenis van stelselmatig...
A
voortdurend en opzettelijk
B
er uitvoerig over vertellen
C
eerbetoon
D
gedenkwaardig

Slide 31 - Quiz

Wat is de betekenis van reputatie...
A
uitsluiting
B
aanpassen
C
beeld dat mensen van iemand hebben
D
goede naam

Slide 32 - Quiz

(3) Veel fans reageerden heftig op zijn dood, en trokken
massaal naar de Dam in Amsterdam. In Paradiso werd een paar
dagen later op initiatief van zanger Boris een gratis
tributeconcert georganiseerd. Fans stonden uren van tevoren
al buiten in de rij.
A
dit zijn alleen feiten
B
dit zijn alleen meningen
C
dit zijn feiten en meningen
D
dit zijn geen feiten en meningen

Slide 33 - Quiz

Vanavond organiseert de zanger, die zich nu Bo Saris
noemt, weer een tribute voor de overleden zanger. Dit keer
in de Melkweg. Dat gaat nu niet zo makkelijk als tien jaar
geleden. Toen stonden er rijen buiten Paradiso. Veel mensen
wilden bij het optreden aanwezig zijn.
A
tussenkop: Tribute nu lastig
B
tussenkop: Tribute in de Melkweg
C
tussenkop: Lange rijen
D
tussenkop: Bo Saris

Slide 34 - Quiz

Welke twee tekstverbanden tref je aan in alinea 6?
A
conclusie
B
opsomming
C
tegenstelling
D
oorzaak

Slide 35 - Quiz

Vanavond organiseert de zanger, die zich nu Bo Saris noemt, weer een tribute voor de overleden zanger. Dit keer in de Melkweg. Dat gaat nu niet zo makkelijk als tien jaar geleden. Toen stonden er rijen buiten Paradiso. Veel mensen wilden bij het optreden aanwezig zijn. Toen verwijst naar....

Slide 36 - Question ouverte

Begin dit jaar kondigde hij het concert van vanavond aan. Dat verliep goed. De kaartverkoop liep lekker. En hij regelde hulp van verschillende partijen die hem wilden helpen. ‘Het liep storm, maar na die documentaire was het
een ander verhaal. Toen zijn we ons rot geschrokken.’
Toen verwijst naar....

Slide 37 - Question ouverte

Formuleer de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 38 - Question ouverte

Opdrachten maken
4.1 E
4.2 B en C

Doel les: ik kan de begrippen van leesvaardigheid toepassen in de leesteksten

Slide 39 - Diapositive