vmbo-B Geluid les 3

Wat gaan we vandaag doen?
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe geluid "eruit ziet" en hoe het zich verplaatst naar een ontvanger.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe geluid "eruit ziet" en hoe het zich verplaatst naar een ontvanger.

Slide 1 - Diapositive


Huiswerk vorige les:
Samenvatting H7.2 inleveren via IL

Huiswerk volgende les:
Online werkboek:
 opgavenH7.2 maken
 en  Test Jezelf maken




Slide 2 - Diapositive

Je luistert met een groepje vrienden en vriendinnen naar muziek. Hoe komt het geluid bij je oren?
A
door trillende lucht
B
door de trillende geluid-bronnen
C
door de trillende muziek instrumenten

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je lucht die geluid overbrengt?
A
mee-trillende stof
B
tussenstof
C
geluid-dempende stof
D
geluid-remmende stof

Slide 4 - Quiz

Onder water hoor je het plonzen van mensen die in het water springen. Welke tussenstof zorgt dat het geluid bij je oren komt?
A
lucht
B
water
C
baksteen
D
ijzer

Slide 5 - Quiz

Wat gaat er als eerste trillen als geluid je oor bereikt?
A
de gehoor-beentjes
B
de hersenen
C
de oorschelp
D
het trommelvlies

Slide 6 - Quiz


Geluid ontstaat door trillingen van een geluid-bron. Geluid hoor je met je oren. De trillingen moeten dus van de geluid-bron naar je oren gaan.  Dat gaat zo:
- De geluid-bron trilt.
- Hierdoor gaat de lucht rondom de geluid-bron ook trillen.
- De trillingen gaan door de lucht naar je oren.


De trillingen verplaatsen zich door de lucht. De lucht noem je de tussenstof waar het geluid zich door verplaatst. Het geluid gaat van de geluid-bron, door de tussenstof, naar je oren.  Onder water hoor je ook geluid. Dan is water de tussenstof. 

Om geluid te horen, heb je dus drie dingen nodig. Dat zijn:
1. een geluid-bron
2. een tussenstof (meestal is dat lucht)
3. je oren

Slide 7 - Diapositive

Geluid kun je zichtbaar maken! Hoe?!

Slide 8 - Diapositive


De afbeelding is een tekening van je oor.
Aan de buitenkant zit je oorschelp. 
Die stuurt de trillingen naar binnen,
je oor in. 

In je oor zit het trommelvlies. Dit is een
dun vlies dat strak gespannen is, zoals
van een trommel.

Het trommelvlies kan de trillingen uit de
lucht goed opvangen. Het trommelvlies 
gaat daardoor even snel trillen als de lucht. 

De trillingen gaan verder naar de gehoor-beentjes. Die geven een teken aan je hersenen. Op die manier hoor je geluid.



Slide 9 - Diapositive

Om geluid te horen heb je 3 dingen nodig:
  1. een geluid-bron
  2. tussenstof
  3. oren

Slide 10 - Diapositive

Een luidspreker is een geluid-bron

In een luidspreker zit een dun vel, dat kan trillen. Doordat het vel trilt, gaat de lucht eromheen trillen. De trillingen komen bij je oor en je hoort het geluid. 
Het dunne vel in de luidspreker heet de conus.


De conus van de luidspreker beweegt snel heen en weer. 
De trillingen van de conus verplaatsen zich door de lucht. 
De lucht gaat in alle richtingen trillen.
Jouw oren vangen deze trillingen weer op
en zo kun jij muziek horen dat uit de luidspreken komt.

Slide 11 - Diapositive

Zelf aan het werk:

1. Lees de stukjes tekst (T) in je online werkboek H7.2
2. Maak online opgave 7 t/m 13 van H7.2

3. Klaar: Ga verder met Test Jezelf H7.2

Wat je niet afkrijgt is huiswerk voor de volgende les.

Slide 12 - Diapositive


Huiswerk volgende les:
1. Lees de stukjes tekst (T) in je online werkboek H7.2
2. Maak online opgave 7 t/m 13 van H7.2
3. Maak online Test Jezelf H7.2


Tot donderdag!

Slide 13 - Diapositive