Verleden tijd sterke werkwoorden

Verledentijd sterke werkwoorden
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Verledentijd sterke werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

STERKE

werkwoorden


heeft de KRACHT om in de verleden tijd te veranderen

Slide 2 - Diapositive

Noem zoveel mogelijk sterke werkwoorden

Slide 3 - Carte mentale

Oefenen

Slide 4 - Diapositive

LOPEN is een sterk werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

De verleden tijd van hij vindt is:
A
Hij vond
B
Hij vondt
C
Hij vinde
D
Hij vindde

Slide 6 - Quiz

De kinderen... (nemen, vt) afscheid van de juf

Slide 7 - Question ouverte

Ik ....(lezen, vt) het boek erg graag

Slide 8 - Question ouverte

Bert... (zijn, vt) met veel plezier appeltaart aan het bakken

Slide 9 - Question ouverte

Harry... (gaan, vt) tijdens de les Nederlands naar de tandarts

Slide 10 - Question ouverte

Bas ... (kiezen, vt) de richting economie en ondernemen

Slide 11 - Question ouverte

Anne ... (rijden, vt) een aantal kilometers te hard

Slide 12 - Question ouverte

De presentator ... (schelden, vt) veel in zijn programma

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen... (hangen, vt) hun jassen aan de nieuwe kapstok

Slide 14 - Question ouverte

Gisteren... (zijn, vt) ik een beetje nerveus

Slide 15 - Question ouverte

Wij... (slijpen vt) alle potloden voor de tekenles

Slide 16 - Question ouverte

Erik.. (worden vt) aan het lachen gemaakt

Slide 17 - Question ouverte

Ik begrijp wat een sterk werkwoord is
A
Ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Ik begrijp wat het verschil is tussen de verleden tijd en de tegenwoordige tijd
A
Ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Ik heb nog een vraag:

Slide 20 - Question ouverte