Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Toets Tweede Wereldoorlog
2 mavo
Slide 1 - Diapositive
Zet ´m op!
Neem je tijd en doe je best!
Slide 2 - Diapositive
Met welke gebeurtenis begon de Tweede Wereldoorlog?
A
De aanval van Japan op Pearl Harbor
B
De inval van Polen
C
Het Verdrag van Versailles
D
De inval van Nederland
Slide 3 - Quiz
Wat wordt bedoelt met een Blitzkrieg?
A
Een langzame aanval
B
Een zware aanval
C
Een aanval met een groot leger
D
Een snelle aanval
Slide 4 - Quiz
Welke van deze landen werden in 1940 door Duitsland veroverd?
A
Noorwegen, België, Oostenrijk
B
Nederland, Denemarken, Groot Brittannië
C
Noorwegen, Frankrijk, België
D
Denemarken, België, Zwitserland
Slide 5 - Quiz
Welke van deze landen werd niet door Duitsland veroverd?
A
Noorwegen
B
Groot-Brittannië
C
Denemarken
D
België
Slide 6 - Quiz
Na welke gebeurtenis gaf Nederland zich over aan Duitsland?
Slide 7 - Question ouverte
Welke landen hoorden bij de geallieerden?
A
Sovjetunie, Groot-Brittannië, Verenigde Staten, Canada
B
Sovjetunie, Groot-Brittannië, Verenigde Staten, Japan
C
Sovjetunie, Groot-Brittannië, verenigde Staten, Italië
D
Sovjetunie, Groot-Brittannië, Verenigde Staten, Spanje
Slide 8 - Quiz
Met welke gebeurtenis raakte de Verenigde Staten betrokken bij de oorlog?
A
Duitse aanval op Groot-Brittannië
B
Duitse aanval op Frankrijk
C
Japanse aanval op de de Sovjetunie
D
Japanse aanval op Pearl Harbor
Slide 9 - Quiz
Leg uit waarom de slag bij Stalingrad een keerpunt in de oorlog was
Slide 10 - Question ouverte
Leg uit wat een democratie is
Slide 11 - Question ouverte
Noem een voorbeeld van een democratisch land
Slide 12 - Question ouverte
Hoe zagen de eerste bezettingsmaanden er voor de meeste Nederlanders uit?
A
De meeste Nederlanders verzetten zich tegen de Duitse bezetter
B
De meeste Nederlanders pakken hun normale leven op
C
De meeste Nederlanders hebben het zwaar omdat er veel razzia's zijn
D
De meeste Nederlanders hebben het zwaar omdat er tekort aan eten is
Slide 13 - Quiz
Kijk naar de tekening. Welk begrip past hierbij?
Slide 14 - Question ouverte
De volgende zinnen beschrijven het gedrag van vier Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog:
1 Een man meldt zich aan voor de strijd tegen de Sovjet-Unie. 2 Een politieman geeft leiding bij het oppakken van Joden. 3 Een radio-omroeper deelt mee dat het Nederlandse leger heeft gecapituleerd. 4 Een vrouw wordt verliefd op een Duitse soldaat.
Welke vorm of welke vormen van gedrag zijn voorbeelden van collaboratie?
A
Nummer 1 en 2
B
Nummer 2
C
Nummer 2 en 3
D
Alleen nummer 4
Slide 15 - Quiz
Welke rol hadden de meeste Nederlanders in de Tweede Wereldoorlog? En wat hield deze rol in?
Slide 16 - Question ouverte
Op welke datum was heel Nederland bevrijd?
A
3 mei 1945
B
4 mei 1945
C
5 mei 1945
D
6 mei 1945
Slide 17 - Quiz
Wat is antisemitisme?
Slide 18 - Question ouverte
Wat wordt bedoeld met rassenleer?
A
Onjuiste theorie over verschillen tussen 'mensenrassen'
B
Theorie die stelt dat er geen verschillende 'mensenrassen' bestaan
C
Onjuiste theorie over gelijkheid tussen 'mensenrassen'
Slide 19 - Quiz
Geef een voorbeeld van antisemitisme in Duitsland in de jaren dertig voor de Tweede Wereldoorlog
Slide 20 - Question ouverte
Wanneer begon de systematische genocide op het Joodse volk in Europa?
A
1940
B
1941
C
1942
D
1943
Slide 21 - Quiz
Wat wordt met Holocaust bedoelt?
Slide 22 - Question ouverte
Noem twee groepen die naast Joden ook slachtoffer waren van de nazi's in de Tweede Wereldoorlog
Slide 23 - Question ouverte
Is er tegenwoordig antisemitisme? Zo ja geef een voorbeeld
Slide 24 - Question ouverte
Hoe ging de oefentoets? Was het moeilijk of makkelijk, en welk cijfer denk je dat je gehaald hebt?