Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
(WEEK 20) Betrekkelijke vnw.
Hi 2B1!
Let's continue with this week's grammar.
1 / 24
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Cette leçon contient
24 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Hi 2B1!
Let's continue with this week's grammar.
Slide 1 - Diapositive
BETREKKELIJKE VNW.
WHO - WHICH - THAT
in het Nederlands
die
en
dat
hebben als functie om betrekken te hebben op iets wat daarvoor al is genoemd
Slide 2 - Diapositive
BETREKKELIJKE VNW.
We kennen de persoon niet
die
dit geld heeft gedoneerd.
We don't know the person
who
donated this money.
Slide 3 - Diapositive
WHO
bij personen
I play tennis with Bart, who lives in Amsterdam.
Je kijkt naar het woord ervoor.
In dit geval
Bart
en dat is een
persoon
, dus
who
.
Slide 4 - Diapositive
WHICH
bij dingen
(en dieren)
I play tennis, which is my favourite sport.
Je kijkt naar het woord ervoor.
In dit geval
tennis
en dat is een
ding
, dus
which
.
Slide 5 - Diapositive
THAT
bij personen en bij dingen,
als er geen komma voor staat
English is a subject that / which I never understand.
Je kijkt naar het woord ervoor.
In dit geval
subject
en dat is een
ding
, er staat ook geen komma, dus zowel
that
als
which
zijn goed.
English, which is given by Ms Butter, is a subject I never understand.
Slide 6 - Diapositive
Even oefenen..
Slide 7 - Diapositive
"WHO"
gebruik je bij...
A
dingen
B
dieren
C
personen
D
iedereen
Slide 8 - Quiz
"The monkey, .... was very young, has eaten a banana."
A
who / that
B
who
C
which / that
D
which
Slide 9 - Quiz
D is correct
The monkey,
which
was very young, has eaten a banana."
The monkey
is een dier, dus gebruik je
which
.
Er staat ook een komma, dus
that
mag niet.
Slide 10 - Diapositive
"The film, ... lasted for three hours, was boring."
A
who
B
which
C
who/that
D
which/that
Slide 11 - Quiz
"Is he the man ... found your wallet?"
A
who/which
B
which/that
C
who/that
D
which
Slide 12 - Quiz
Beide correct
Is he the man
that
found your wallet?
Is he the man
who
found your wallet?
Slide 13 - Diapositive
/
WHO, WHICH en THAT kun je ook weglaten in een zin. In je boek gebruiken ze daar een rondje met een streep voor.
That song is from the muscial
which
we're doing at school.
That song is from the muscial
that
we're doing at school.
That song is from the muscial
/
we're doing at school.
Slide 14 - Diapositive
/
Wanneer
WEL
weglaten?
Kijk naar het woord NA de plek waar je een betrekkelijke vnw. moet invullen.
Is het een
zelfstandig naamwoord
? Dan
WEL
.
This is the car ...
I
bought yesterday.
This is the car
that
I bought yesterday.
This is the car
which
I bought yesterday.
Deze zin is correct.
Slide 15 - Diapositive
/
Wanneer
NIET
weglaten?
Kijk naar het woord NA de plek waar je een betrekkelijke vnw. moet invullen.
Is het een
werkwoord
? Dan
NIET
.
That guy ...
borrowed
you this pen is my boyfriend.
That guy who
borrowed
you this pen is my boyfriend.
That guy that
borrowed
you this pen is my boyfriend.
Deze zin is niet correct.
Slide 16 - Diapositive
Weer even oefenen..
Slide 17 - Diapositive
"He is the man ... I loved"
A
who
B
which
C
that
D
X
Slide 18 - Quiz
"This is the boy ... had an accident."
A
which / that
B
who / that
C
which / that / X
D
who / that / X
Slide 19 - Quiz
"Yesterday I saw a car ... was really old."
A
which / that
B
who / that
C
which / that / X
D
who / that / X
Slide 20 - Quiz
"This is the ring ... I found yesterday."
A
which / that
B
who / that
C
which / that / X
D
who / that / X
Slide 21 - Quiz
Denk je dit onderwerp nu onder de knie te hebben?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik ga er nog even mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het toch nog eens samen willen doornemen.
D
Ik snap er niks van.
Slide 22 - Quiz
Video Assignment
Deadline inleveren video-opdracht:
Vrijdag 28 mei 2021 (
volgende week vrijdag
)
Via OneDrive! :)
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
(WEEK21, 18-05) Betrekkelijke vnw.
Mai 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
(WEEK20, 14-05) Betrekkelijke vnw.
Mai 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Grammar Who & Which
Septembre 2020
- Leçon avec
15 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
(WEEK16) ALL Grammar
Avril 2020
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Betrekkelijke vnw.
Février 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
(WEEK 12) Betrekkelijke vnw.
Mars 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4 gt - WHO WHICH THAT
Mars 2019
- Leçon avec
13 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Who/which and that
Mars 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4