Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Betrekkelijke vnw.
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
BETREKKELIJKE VNW.
WHO - WHICH - THAT
in het Nederlands
die
en
dat
hebben als functie om ergens naar terug te verwijzen, betrekking op te hebben of om zinnen aan elkaar te koppelen.
Slide 2 - Diapositive
WHO
bij personen
I play tennis with Bart. Bart lives in Amsterdam.
I play tennis with Bart, who lives in Amsterdam.
Je kijkt naar het woord ervoor.
In dit geval
Bart
en dat is een
persoon
, dus
who
.
Slide 3 - Diapositive
WHICH
bij dingen
(en dieren)
I play tennis. Tennis is my favourite sport.
I play tennis, which is my favourite sport.
Je kijkt naar het woord ervoor.
In dit geval
tennis
en dat is een
ding
, dus
which
.
Slide 4 - Diapositive
THAT
bij personen en bij dingen,
als er géén komma voor staat
English is a subject. I never understand English.
English is a subject that / which I never understand.
Je kijkt naar het woord ervoor.
In dit geval
subject
en dat is een
ding
, er staat ook geen komma, dus zowel
that
als
which
zijn goed.
Slide 5 - Diapositive
/
Wanneer
WEL
weglaten?
Kijk naar het woord NA de plek waar je een betrekkelijke vnw. moet invullen.
Is het een
zelfstandig naamwoord
? Dan
WEL
.
This is the car ...
I
bought yesterday.
This is the car
that
I bought yesterday.
This is the car
which
I bought yesterday.
Deze zin is correct.
Slide 6 - Diapositive
/
Wanneer
NIET
weglaten?
Kijk naar het woord NA de plek waar je een betrekkelijke vnw. moet invullen.
Is het een
werkwoord
? Dan
NIET
.
That guy ...
borrowed
you this pen is my boyfriend.
That guy who
borrowed
you this pen is my boyfriend.
That guy that
borrowed
you this pen is my boyfriend.
Deze zin is niet correct.
Slide 7 - Diapositive
Even oefenen..
Slide 8 - Diapositive
Correct or incorrect?
"The postman which works in this village is very old. "
A
Correct
B
Incorrect
Slide 9 - Quiz
Correct or incorrect?
"The bottles that are lying on the floor are green."
A
Correct
B
Incorrect
Slide 10 - Quiz
Leave it out or not?
"The book which is on the table belongs to Brandon."
A
Yes, you can leave it out.
B
No, you cannot leave it out.
Slide 11 - Quiz
Leave it out or not?
"The man who you saw in the house is my cousin."
A
Yes, you can leave it out.
B
No, you cannot leave it out.
Slide 12 - Quiz
Leave it out or not?
"I cannot forget the song which they played last night."
A
Yes, you can leave it out.
B
No, you cannot leave it out.
Slide 13 - Quiz
Which one?
"I still have the book ... you gave me."
A
who / that / X
B
which / that / X
C
which / X
D
who / which
Slide 14 - Quiz
Which one?
"Is this the key ... we were looking for?"
A
who / that / X
B
which / that / X
C
which / X
D
who / that
Slide 15 - Quiz
Which one?
"A giant is someone ... is very tall."
A
who / that / X
B
which / that / X
C
which / X
D
who / that
Slide 16 - Quiz
Got it?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 17 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
(WEEK 20) Betrekkelijke vnw.
Avril 2020
- Leçon avec
24 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
(WEEK21, 18-05) Betrekkelijke vnw.
Mai 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
(WEEK16) ALL Grammar
Avril 2020
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
(WEEK20, 14-05) Betrekkelijke vnw.
Mai 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Grammar Who & Which
Septembre 2020
- Leçon avec
15 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
(WEEK 12) Betrekkelijke vnw.
Mars 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4 gt - WHO WHICH THAT
Mars 2019
- Leçon avec
13 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3V Relative pronouns
Septembre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3