BTZ les 2

Welkom
Programma:
Nederlands korte quiz
Rekenen: Breuken en Meetkunde
Pauze
Zelf aan de slag in Expert College


1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom
Programma:
Nederlands korte quiz
Rekenen: Breuken en Meetkunde
Pauze
Zelf aan de slag in Expert College


Slide 1 - Diapositive

Alle kinderen uit de buurt noemden hem ........ .
A
papa'tje
B
pappaatje
C
papaatje
D
papatje

Slide 2 - Quiz

Het verkleinwoord 'papaatje' wordt met een dubbele klinker geschreven, zodat de lange a-klank aan het eind van 'papa' behouden blijft. Het maakt voor deze regel niet uit op welke lettergreep de klemtoon ligt.
Zie ook de pagina autootje en cd'tje.
 

Slide 3 - Diapositive

Een klein café heet een ....
A
café'tje
B
caféétje
C
cafeetje
D
cafee'tje

Slide 4 - Quiz

Als het woord op é eindigt, verdwijnt het accent en wordt de e verdubbeld:

café - cafeetje
negligé - negligeetje
saté - sateetje

Slide 5 - Diapositive

foto'tje is correct geschreven
A
juist
B
niet juist

Slide 6 - Quiz

Woorden die eindigen op een lang klinkende a, o, e, u krijgen een extra klinker als de eindklinker een andere uitspraak zou krijgen. Ook als een lettergreep niet de klemtoon heeft, kan een klank wel lang zijn (de o van 'auto', de a van 'schema', de u van 'accu' zijn allemaal lange klanken aan het eind van de lettergreep). 
auto - autootje
chocola - chocolaatje
diploma - diplomaatje
(zelfde verkleinwoord als: diplomaat - diplomaatje)
foto - fotootje
la - laatje
pagina - paginaatje
paraplu - parapluutje
schema - schemaatje
sla - slaatje

Slide 7 - Diapositive

Wat is het verkleinwoord van baby?

Slide 8 - Carte mentale

Als het woord op een y eindigt (zonder andere klinker ervoor) of op een enkele u die als oe wordt uitgesproken, gebruik je een apostrof:

baby - baby'tje
lolly - lolly'tje
tiramisu - tiramisu'tje

Slide 9 - Diapositive

Wat is de juist?e schrijfwijze
A
cdeetje en smsje
B
cd-tje en sm-sje
C
sms'je en cd'tje

Slide 10 - Quiz

Als het woord een afkorting is of cijfers bevat, gebruik je een apostrof:

A4'tje
cd'tje
gsm'etje 
sms'je
wc'tje

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

kun je uit 6/5 een geheel getal halen?

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Vidéo

breuken vermenigvuldigen
1/8  X  2/4

1            2                 2                   1
-     X     -         =      -           =      -
8           4                32                 16



Slide 16 - Diapositive

3               4                 12                               3
-        x      -        =        -                         =     -
4               5                 20                              5

1                7                   7
-       x       -        =         -
3               8                  24

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

kun je uit 6/5 een geheel getal halen?

Slide 20 - Carte mentale

10 tot de macht 3 is
A
100
B
1000
C
10000
D
30

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Aan de slag!
Afmaken getallen: alle onderdelen
Meten en meetkunde: opdrachten van het onderdeel grootheden en eenheden

Oefenen CE in facet (alleen studenten die nog CE Nederlands moeten doen)

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive