Schrijven 1 - 2F

• Nederlands
• Beroepsopleiding

Wat gaan we vandaag doen?

- Terugblik vorige les 

- Examenonderdeel: de mail

- Werkwoordspelling: tegenwoordige tijd

- Opdracht maken

Terugblik -> Verkenning

Tijd? Hoeveel opdrachten? Wat voor teksten?

1. Tekstsoort: Welke opbouw gebruik ik?

2. Onderwerp: Waar gaat het over?

3. Schrijfdoel: Wat wil ik bereiken?

4. Doelgroep: Voor wie schrijf ik?

Waar moet je nog meer opletten?

- Hoofdletters, komma's, punten,                    vraagtekens, uitroeptekens.

- Spelling van samenstellingen.

- Werkwoordspelling.

- Algemene spelling.

Belangrijkste...

- Houd je aan de opdracht!

- 3 argumenten geven? -> dan geef je er 3!

- 2 redenen -> dan geef je er 2!

- Check continue of je goed bezig bent!

- Eindcontrole = alles nakijken!!

Een zakelijke e-mail leren schrijven.

Doelen

1. Je kent de structuur van een e-mail
2. Je weet wat informeel en formeel taalgebruik is
3. Je kunt beschrijven wat je in de inleiding, het middenstuk en het slot schrijft
4. Je weet waar je op moet letten na afloop van de opdracht

Wat gaan we doen?

• Hoe ziet de layout van een e-mail eruit? 
  
• Formeel/informeel taalgebruik
  
• Indeling e-mail
• Opdracht maken 

Hoe ziet de layout v/e e-mail eruit?

1. Van: …………………………..
   
2. Aan: …………………………..
   
3. Onderwerp: ……………….
   
4. Bijlage(n): …………………..
   
   

INFORMEEL

(vrienden, familie etc.)

• Schatje 
  
• Lieve 
  
• Yo coach 
  
• Thnxs 
  
• Groetjes, see you 
  

FORMEEL

(instanties)

• Geachte 
  
• Beste 
  
• Gebruik u / uw i.p.v. je of jullie 
  
• Dank u wel 
  
• Met vriendelijke groet 
  

• 
  

Indeling van een e-mail

1. Aanhef  
   
2. Inleiding  
   
3. Middenstuk  
   
   
4. Slot  
   
5. Afsluiting 
   

• Geachte…… of Beste……. 
  
• Wie ben je en waarom schrijf je. 
  
• Informatie. Boodschap. Vragen. Verwijzing naar bijlagen. 
  
• Verwachting. Bedanken.
  
• Met vriendelijke groet,
  Je naam

Vergeet de komma niet!!!!!!!!!!!!

Vergeet de komma niet!!!!!!!!!!!!

Nieuwe zin met HOOFDLETTER beginnen!!!!!

CHECKEN

• Zijn alle punten uit de opdracht benoemd? 
  
• Voldoet mijn lay-out aan een e-mail? 
  
• Is de indeling goed? 
  
• Is het taalgebruik correct? 
  
• Is de bijlage genoemd? 
  

0

Het kampvuur ... (branden)
nog zachtjes.

1. branden
2. brandt
3. brant
4. brand

Waarom ... (vinden) je het moeilijk?

1. vint
2. vind
3. vindt
4. vinden

Jay ... (rijden) met zijn auto naar het zijn werk.

1. rijden
2. rijd
3. reed
4. rijdt

Yara ... (kleden) zich altijd heel opvallend.

1. kleet
2. kleed
3. kleedt

Leg mij nog één keer uit
wat je .... (bedoelen)

1. bedoeldt
2. bedoelt
3. bedoeld
4. bedoelen

Hier ...... (gebeuren) nooit iets.

1. gebeuren
2. gebeurt
3. gebeurdt
4. gebeurd

De trainers ..... (bepalen) of je
reservespeler bent.

1. bepaalt
2. bepaald
3. bepalen
4. bepaaldt

Als jij jarig bent,
..... (zenden) ik jou een kaart.

1. zent
2. zend
3. zenden
4. zendt

AAN DE SLAG!

WAT? E-mail schrijven (zie opdracht)

HOE? Op het bijgeleverde blaadje

HULP? Hand omhoog 

TIJD? 30 minuten

UITKOMST? Je hebt een zakelijke e-mail geschreven.

KLAAR? Lever je opdracht met uitwerking in. Begin met het lezen van theorie 6 en 7 (vanaf blz. 130)

HUISWERK

- Opdracht 11: kort bericht (blz. 135)

- Opdracht 16: e-mail  (blz. 146)

Mail deze 2 opdrachten 

vóór 25 februari naar:

[e-mail]