Les 3. 3.4 Intermediaire kruisingen + bloedgroepen
Welkom
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Slide 1 - Diapositive
Opdracht:
Maak je eigen stamboom:
- Kies 1 van de volgende eigenschappen:
- oogkleur
- tongrollen
- vast/losse oorlellen
Wat is denk je het dominante gen?
huiswerk voor di 18 juni
Slide 2 - Diapositive
Stamboom:
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Leerdoel vorige les les
Ik kan een kruisingsschema van een kruising maken en daar daar conclusies uit trekken over P, F1 en F2 .
Voorbeeld: ik kruis een blondharige cavia met een bruinharige cavia. Hoe zullen de nakomelingen er uit zien?
maken oefentoets LessonUp
Klaar = bezig met 3.4
Slide 5 - Diapositive
PKU is een erfelijke stofwisselingsziekte. Dit wordt onderzocht met bloed uit een hielprik bij pasgeboren baby's. Wanneer het kind PKU heeft zal het kind een speciaal dieet moeten volgen.
Twee ouders die beide gezond zijn hebben al een kindje met PKU. Hoe groot is de kans dat hun tweede kind ook PKU heeft?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%
Slide 6 - Quiz
Bij fruitvliegjes komen vliegen voor met normale vleugels en met korte vleugels. Een vlieg met normale vleugels wordt gekruist met een vlieg met korte vleugels. Alle 80 nakomelingen hebben normale vleugels. Deze worden onderling opnieuw gekruist.
Hoeveel procent van deze nakomelingen is heterozygoot?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%
Slide 7 - Quiz
Een paardenfokker wil weten of een zwarte hengst homozygoot of heterozygoot is voor vachtkleur. Met wat voor merries moet hij deze hengst kruisen om hier achter te komen? Zwart is dominant, wit (schimmel) is recessief.
A
Homozygoot dominant
B
Homozygoot recessief
C
Heterozygoot
Slide 8 - Quiz
Ik kan een kruisingsschema van een monohybride kruising maken en daar daar conclusies uit trekken over P, F1 en F2 .
A
Dit lukt mij zelden.
B
Wel kruisingsschema's, geen conclusies.
C
Het lukt even vaak wel als niet.
D
Het lukt mij meestal.
Slide 9 - Quiz
Ik heb nog extra uitleg nodig
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Leerdoel
Je kent de termen intermediair en co-dominantie en kan deze toepassen in kruisingsschema's
Ken je de volgende begrippen?
- Heterozygoot
- Homozygoot
- Dominant / recessief
- Genotype / fenotype
- Genoom
- Monohybride kruising
- Kruisingsschema
- Intermediair fenotype
- Intermediaire kruising
- Multipele allelen
- Autosomaal
- X-chromosomaal
- Y-chromosomaal
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Intermediair
Bij intermediair is er sprake van geen recessief of dominant allel. De allelen zijn even dominant/recessief ten opzichte van elkaar en komen dus beiden tot uiting
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Noteer hier je antwoorden van de vorige slide.
Slide 15 - Question ouverte
Voorkennis. Welke bloedgroepen zijn er allemaal?
Slide 16 - Question ouverte
Bloedgroepen
Je bloedgroep wordt bepaald door één gen
Je hebt allelen I(A), I(B) en i
Er is hier sprake van co-dominantie
Slide 17 - Diapositive
De kinderen van een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep AB kunnen de volgende bloedgroepen hebben:
A
Alleen A
B
Alleen AB
C
Alleen A, B en AB
D
Zowel A, B, AB als O
Slide 18 - Quiz
Als een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep B een kind hebben met bloedgroep O, hoe groot is dan de kans dat een tweede kind eveneens bloedgroep O zal hebben?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%
Slide 19 - Quiz
Twee grootmoeders behoren elk tot bloedgroep O en de beide grootvaders behoren elk tot bloedgroep AB. Hoe groot is de kans dat hun kleinkind bloedgroep B zal hebben? (I-vraag) Schrijf uit!!
Uitdaging!
A
1/16
B
3/16
C
4/16
D
5/16
Slide 20 - Quiz
Huiswerk
Wat:
- Maak de opdrachten van 3.4
- Neem deze LessonUp nogmaals door, maar samenvatting