NN6 1BK hoofdstuk 4 taalverzorging 2 - meervoud -en

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

vmbo 1BK

Les 2

Spoorboekje

- inloggen LessonUp

- terugblik

- lesdoelen

- oefeningen en theorie

- wat heb je geleerd

- aan het werk

Wat heb ik in de vorige les geleerd?

Lesdoelen

• Je leert het meervoud van woorden die eindigen op       -en schrijven

Meervoud op -en

Als er van iets meer dan één is, noem je dat een meervoud.

Bij de meeste woorden maak je het meervoud door -en achter het woord te zetten: 

één vrouw – twee vrouwen

één boek – twee boeken.

Korte klanken

Er moet een letter bij. Je hoort een korte klank en schrijft dus twee medeklinkers:

één zus – twee zussen

één bed – twee bedden.

Lange klanken

Er moet een letter af. Een lange klank aan het einde van een lettergreep schrijf je met één klinker. Je hoort een lange klank, dus je zet er één medeklinker achter

één schuur – twee schuren

één bioscoop – twee bioscopen.

-s wordt -z

Je moet een -s in een -z veranderen:

  

één muis – twee muizen

één kaas – twee kazen.

-f wordt -v

Je moet een -f in een -v veranderen

één neef – twee neven

één dief – twee dieven

Wat is het meervoud van:
broek

Wat is het meervoud van:
huis

Wat is het meervoud van:
bos

Wat is het meervoud van:
school

Wat is het meervoud van:
druif

Wat kan ik nu?

• Woorden schrijven die in het meervoud op    -en eindigen
• Woorden herkennen waar in het meervoud letters veranderen.

Wat ga je doen?

Ik ga zelfstandig aan het werk

Ik ga met de docent de opdrachten bespreken en daarna aan het werk

Aan het werk

Maak van hoofdstuk 4 - taalverzorging 2 - meervoud op -en opdracht 6 t/m eind