LES 9: Leesbaarheid

Nederlands










                                                                                                                                                                    Alike Slagter
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nederlands










                                                                                                                                                                    Alike Slagter

Slide 1 - Diapositive

Onderwerp van deze les:
Schrijven;
Leesbaarheid van een tekst

Slide 2 - Diapositive

Doel van deze les:

Tijdens deze les leer je wat leesbaarheid inhoudt en hoe je dat kunt controleren.

Slide 3 - Diapositive

Hoe?
Aan de hand van een checklist.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
Hoe?
  1. Zelfstandig de checklist invullen van beide brieven.
  2. In duo's resultaten bekijken en bespreken.
  3. 'Omdat' invullen als verdieping.
  4. Nakijken

We sluiten deze les af met een quiz over deze lesstof.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Geachte heer’ en ‘Beste Aisha’ zijn voorbeelden van een aanhef.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

De afzender is de persoon waar de brief naar toe moet.
A
waar
B
nietwaar

Slide 19 - Quiz

Bovenaan een brief zet je de datum, bij een e-mail hoeft dat niet.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Bij adressering schrijf je het onderwerp van de brief
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

5. Bij een e-mail hoef je geen aanhef te schrijven
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Tussen elk onderdeel van de brief zet je witregels
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Na de aanhef en na de groet komt een komma
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Voor het onderwerp van een brief schrijf je ‘Betreft:’
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Als afsluiting van een sollicitatiebrief schrijf je “Tot snel”.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Jouw naam en adres staan onderaan de brief.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Tot de volgende keer!

Slide 28 - Diapositive